Els van Dijk: ‘Ik zie veel kwetsbaarheid onder homo’s’

Elk jaar komen we op de Evangelische Hogeschool (EH) in contact met homoseksuele studenten. De achtergrond van deze mensen is divers. Sommige hebben al jarenlang duidelijkheid over hun seksuele identiteit en zijn daarover ook open geweest naar hun primaire leefomgeving (ouders, vrienden). Andere worstelen nog met hun seksuele identiteit en gebruiken het jaar op de EH om er duidelijkheid over te krijgen.

Er zijn er ook die de veiligheid van de EH gebruiken om voor het eerst uit de kast te komen. Het ontroert mij altijd weer als zij dan inderdaad een eerste ervaring van veiligheid en acceptatie meemaken. Dat biedt ruimte om ook openheid te betrachten in de andere contexten van hun leven.

Sommige van deze studenten hebben al keuzes gemaakt over het al dan niet aangaan van een seksuele relatie in liefde en trouw. Andere vinden dat nog een hele zoektocht. Ik vind het uitermate belangrijk dat deze studenten op de EH veiligheid ervaren om hierover in alle openheid, maar ook vanuit waardigheid en respect, het gesprek aan te gaan.


Twee vragen
Zomaar twee vragen die ik onlangs kreeg.

De eerste gaat over een mannelijke student die aangeeft homo te zijn en gevoelens heeft ontwikkeld voor een jongen uit zijn groep (die hetero is). Dat voelt natuurlijk ongemakkelijk. We hebben samen gekeken naar de praktische kant van de zaak, maar natuurlijk ook naar de onderliggende vraag: vind jij dat jij een relatie kan/mag hebben met iemand van hetzelfde geslacht? Hij antwoordde dat hij het gevoel had van niet. Natuurlijk heb ik toen aangegeven dat gevoel niet genoeg is en dat hij de komende tijd mag gebruiken om tot een standpunt te komen, onderbouwd met argumenten. En ik heb hem op de website van Hart van Homo’s gewezen.

Een andere jongen zei: ‘Mevrouw, ik denk dat ik celibatair moet gaan leven. Doet het dan niet elke keer heel veel pijn als je geconfronteerd wordt met wat je mist in het leven?’ Heel reële vraag natuurlijk.


Verschillend
Homoseksualiteit bevindt zich niet meer in de hoek van onderwerpen waar we niet over spreken. We komen – gelukkig – ook niet meer weg met het goedkope antwoord dat het wel overgaat als je een heteroseksuele relatie aangaat. Tegelijkertijd zie ik dat er nog heel veel kwetsbaarheid bestaat onder homo’s en lesbiennes. Vele van hen hadden het liever anders gezien en gaan de worsteling aan hoe zij het gegeven van hun seksuele geaardheid moeten verweven met hun leven als christen.

Dat christenen daar heel verschillend over denken, maakt het vinden van antwoorden extra lastig. Daarom ben ik blij met Hart van Homo’s. Er moet een plek zijn voor deze mensen waar zij zich veilig weten; waar zij terecht kunnen met hun vragen;  en waar zij in contact kunnen komen met ervaringsdeskundigen, die zelf ook de zoektocht hebben doorlopen. Ik hoop dat Hart van Homo’s voor veel (jonge) mensen het nodige zal betekenen!

Els van Dijk
directeur Evangelische Hogeschool