Ontmoeting met een homo volgens ‘Het Bezoek’ (Adrian Plass)

In zijn novelle ‘Het Bezoek’ beschrijft Adrian Plass hoe ‘de Grondlegger’ verschillende ontmoetingen heeft binnen een gemeente die hij (Hij) heeft gesticht.  Zo komt hij ook in gesprek met Philip, een homoseksuele jongen… In de fictieve vertelling geeft Adrian Plass stof tot nadenken over de pastorale houding naar homoseksuele gemeenteleden. Hij beschrijft hoe ouderling Van der Steur in de kerk ongeduldig staat te wachten om het resultaat van het gesprek te vernemen. De ik-persoon is erbij en vertelt wat er gebeurt na het gesprek:

 ‘’En Philip?’ De stem van de ouderling klonk vol verwachting: ‘Wat had Hij te zeggen?’
‘Hij zei, dat Hij hoopte hier lang genoeg te zijn om een serie van vijftig te scoren bij snooker.’
Hij zag de verwarring op ons gezicht.
‘Ja, ziet u, ik speel namelijk nogal veel snooker.’
Van der Steur vond dit klaarblijkelijk een opzettelijke oneerbiedigheid.
‘Dát bedoel ik niet!’ zei hij. ‘Je weet best wat ik bedoel. Wat zei Hij over… eh… jouw probleem?’
Philips gezicht stond weer ernstig.
‘O ja, da’s waar ook! Nou, eigenlijk hebben we het daar maar even over gehad. Hij zei dat het erg belangrijk was dat we daar een oplossing voor zouden vinden. We gaan er volgende week weer over praten.’
‘… het er maar even over gehad?’ Het blauwe pak klonk ongelovig: ‘Waar hebben jullie het dan een uur lang over gehad?’
De herinnering bracht weer een voldane glimlach op Philips gezicht.
‘Hij wilde meer over mij weten; wat ik doe; wat me bezighoudt, en meer van dat soort dingen. Het leek Hem echt te interesseren.’
Even was iedereen stil, tot Philip op zijn horloge keek.
‘Ik moet er maar weer eens vandoor,’ zei hij.
[-]
Vlak voor hij de kerk verliet, draaide Philip zich nog één keer om en riep vrolijk naar ons.
‘Weet je… ik denk dat Hij me echt mag!’

 Uit: ‘Het bezoek’,  Adrian Plass; Merweboek Sliedrecht