Chantal: ‘Ik verwerk gevoelens door erover te praten’

‘Mijn homoseksualiteit is een wezenlijk stuk van mijn identiteit. Ik vind het fijn als mensen dat weten, omdat ze dan de échte Chantal leren kennen. Daarmee bedoel ik niet alleen mijn “homoseksuele stukje”, maar ook alle stukjes die daar bij wijze van spreken uit voortkomen.’

 Chantal (21, niet op de foto) is niet iemand die het makkelijk kan verbergen als ze ergens mee zit. Toen ze rond haar 13e verliefd werd op een meisje, vertelde ze dat dan ook vrij snel aan haar vrienden en aan haar ouders. Het probleem heette toen nog niet ‘homoseksualiteit’. Waar ze mee zat, was meer dat het ‘een hopeloze liefde’ was. Toen de verliefdheid over was, was ook het probleem weg. ‘Stiekem verwachtte ik dat ik alsnog wel verliefd zou worden op een jongen’, vertelt ze.

Mijn identiteit

Maar dat gebeurde niet. Chantal: ‘Pas rond m’n 18e besefte ik dat de kans klein was dat dat ooit zou gebeuren. Die ene verliefdheid was maar niet een “dingetje” geweest, het was een onderdeel van mijn identiteit. Ik val gewoon echt op meisjes, niet op jongens. Toen ik dat ontdekte, ging ik daar natuurlijk meteen weer met allerlei mensen over praten, want zo werkt dat bij mij. Ik ben nu eenmaal iemand die gevoelens verwerk door erover te praten. Ik kan daar onmogelijk in m’n eentje mee blijven rondlopen.’

‘Toch vond ik dat ook eng. Ik kon het zelf nog niet accepteren, dus hoe zouden anderen dat wél kunnen…? Maar juist omdat m’n hele omgeving liet merken dat zij het wél accepteerde, kon ik dat uiteindelijk zelf ook. Inmiddels heb ik dit stukje van mezelf helemaal kunnen integreren met de rest.’

Vicieuze cirkel

Chantal zou willen dat er meer openheid over het onderwerp kwam. Of beter: dat er opener over gesproken werd met de mensen die ermee zitten. ‘Ik merk dat mensen best graag over het onderwerp praten, maar niet echt met de mensen om wie het gaat. “We weten niet wie het zijn”, wordt er dan gezegd. Maar dat is een vicieuze cirkel! Omdat we niet weten wie de homoseksuele mensen zijn, praten we met algemene, hardere termen over het onderwerp, waardoor de homoseksuele mensen zich niet veilig genoeg voelen om zichzelf bloot te geven – en dan zijn we weer terug bij het begin: we weten niet wie het zijn. Ik zou graag willen dat iedere homo de veiligheid voelt om erover te praten, zodat er meer echte openheid ontstaat.’