‘In gesprek blijven met God’

‘Toen ik ontdekte dat ik homo ben, stortte mijn wereld voor mijn gevoel helemaal in. Allerlei doemscenario’s gingen door mijn hoofd. Het kwam erop neer dat alles waar ik in m’n leven voor wilde gaan, niet meer zou kunnen of heel lastig zou worden. Natuurlijk was dat niet zo, maar zo ervaarde ik het wel. Niemand zou dit ooit mogen weten!’

‘Maar zou ik het wel trekken om dit geheim altijd voor mezelf te houden? Grote en kleine vragen hielden me bezig. Ik zag het niet zitten om zo met mijn leven verder te moeten gaan. De vragen die ik had, waren ook vragen richting God. Ik vond het zo gemeen van Hem. Hoe kon het dat Hij mij zo had gemaakt? Waar was dat goed voor? Ik begreep echt niet dat God aan de ene kant van mij vroeg om in alle dingen trouw te zijn aan Hem, terwijl Hij me dat tegelijkertijd zo lastig maakte.’

‘Na een lange tijd van zwijgen ben ik er toch met een aantal mensen over gaan praten. Het was een bevrijding om mijn verhaal te kunnen doen. Zij gaven mij het goede advies om niet te ver vooruit te denken. Ik moest eerst aan de slag met het accepteren van wie ik ben. Pas daarna kwam het nadenken over wat dit ‘nieuwe’ leven voor mij in de toekomst zou kunnen betekenen.

‘Ik ben God dankbaar dat Hij door anderen heeft laten zien dat mijn homo-zijn niet het einde van de wereld is. Toch blijven er vaak vragen en gedachten over hoe het verder moet en wat Gods bedoeling met dit alles is. Hoewel ik geen briefje uit de hemel verwacht, helpt het me om ook over deze vragen in gesprek te blijven met vertrouwde personen, en vooral met God zelf. Juist als het moeilijk is, geeft dat vaak een gevoel van opluchting en rust.’ (Anne-Roos, niet op de foto, in ‘Oké, ik ben dus homo’)