Jaap (26): ‘Krijgen mensen te zien wie ik echt ben?’

(Jaap is niet de persoon op de foto)

Op de radio hoorde ik ooit het liedje ‘Hij was maar een clown’ van Ben Cramer. Het is niet echt een vrolijk liedje: het ging over een clown die nooit kon laten zien wie hij werkelijk was. Ik moest aan mezelf denken: ‘Krijgen mensen te zien wie ik echt ben? Of alleen wie ik graag wil dat ze zien?’

Zolang ik mij kan herinneren heb ik voor jongens een ander gevoel dan voor meisjes. Rond mijn 12e begon ik dat te herkennen als ‘homo-zijn’. Maar het duurde tot mijn 18e dat ik het echt erkende als: ‘Ik ben dus homo!’

Het acceptatieproces dat daarop volgde, heb ik als heel moeilijk ervaren. Tegelijkertijd wilde ik daarbij geen hulp vragen en dat maakte het alleen maar nóg moeilijker. Ik was van plan om het mijn hele leven geheim te houden, zodat ik mijn omgeving niet hoefde teleur te stellen. Want zo voelde dat. Er was altijd wel een reden om niet uit de kast te komen: een sterfgeval in de familie, zorgen van mijn ouders, enz.

Muren optrekken

Dat ik niet open was over mijn homo-zijn, heeft mij veel gekost. Het maakte me voorzichtig bij alles wat ik zei. Want stel je voor dat iemand zou vragen waarom ik nog geen vriendin had… De enige oplossing leek te zijn: de muren optrekken en mezelf het personage van ‘clown’ aanmeten. Dat lukte me vrij goed, maar van binnen werd de frustratie alleen maar groter. Het mezelf anders voordoen dan ik was, waarbij ik voortdurend op m’n hoede moest zijn, kostte me ontzettend veel energie. Meer dan ik eigenlijk op kon brengen.

Uit de kast

Rond het overlijden van mijn oma gebeurde er iets wat mij erg heeft geholpen. Op haar rouwkaart stond de bijbeltekst: ‘Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht’ (2 Korinthe 12:9). Tijdens de rouwdienst begon die tekst opeens voor mij te leven!

Ik besefte dat God nog steeds aan mij dacht, hoewel ikzelf geprobeerd had Hem te vergeten. Vanaf dat moment is – met nog heel veel ups en downs – de weg van herstel ingeslagen. Ongeveer drie jaar later ben ik eindelijk uit de kast gekomen – eerst voor mijn ouders en later ook voor vrienden. Daarna heb ik verschillende keren gehoord dat ik zichtbaar meer rechtop ging lopen, alsof er letterlijk een last van mijn schouders was afgevallen. En eigenlijk ervaar ik het ook zo.

Hart van Homo’s

Achteraf vind ik het nog steeds jammer dat ik er zo lang alleen mee heb rondgelopen. Want daardoor heb ik weinig steun ervaren. Daarom vind ik het belangrijk dat Hart van Homo’s er is – om jongeren die rondlopen met de scherven van hun bestaan te helpen.