Kom in het licht met je homo-zijn

Je zult maar tot de conclusie komen dat je homo bent… Misschien heb je de gedachte heel lang proberen weg te drukken, want: dit wil je niet! Maar langzamerhand ben je er achter gekomen dat het gewoon zo is. Hoe nu verder? Het maar voor jezelf houden? Net doen of het niet zo is? Hieronder drie tips voor als je aan het begin staat van je (al dan niet) acceptatieproces.

  1. Accepteer dat je homo bent – Het klinkt misschien als een open deur: ‘Accepteer dat je homo bent.’ Ja, je zult wel moeten… Toch is dat iets waar veel christen-jongeren moeite mee hebben. Waarschijnlijk was je liever anders geweest. Dat is begrijpelijk, maar die gedachte helpt je niet verder. Het feit ligt er nu eenmaal en je zult ermee moeten dealen, of je nu wilt of niet. Dat lukt niet als je je homo-zijn niet accepteert als iets dat bij jou hoort. Misschien moet je zelfs zeggen: als je het niet aanvaardt als iets dat bij jou hoort, dat klinkt nog iets positiever. Hoe het ook komt dat jij homoseksueel bent geworden, het is niet buiten Gods vaderlijke hand om gegaan. Hij weet ervan dat jij homo bent en Hij heeft er een plan mee. Dat plan zul je alleen ontdekken als je je homo-zijn bewust, vanuit een positieve houding, onder ogen ziet. God weet er raad mee!

 

  1. Kom ermee in het licht – Dat is lastig: met je homo-zijn in het licht komen. Je kunt geneigd zijn om het liever maar verborgen te houden, voor jezelf en voor anderen. Net doen of het er niet is. Maar wat er dan vaak gebeurt, is dat je het wegstopt in de duistere plekjes van je hart: die van de schaamte en het schuldgevoel. Dat lijkt veilig, maar juist omdat je er niet bewust aandacht aan besteedt, krijgt het de kans om zijn eigen wegen te gaan. En dat zijn vaak juist de duistere wegen, waar je geen controle over hebt.
    Het lijkt tegenstrijdig, maar veel jongeren die hun homo-zijn niet onder ogen zien, leiden een dubbel leven. ‘Eigenlijk mag het niet, maar ik kan er niks aan doen en dus geef ik soms maar toe aan de porno of de vlugge sekscontacten.’ Alsof hun homo-zijn op die duistere plekjes nog ’t meest veilig is. Maar uiteindelijk worden ze er niet gelukkig van, integendeel. Vandaar: kom ermee in het licht. Praat erover, met God en met andere mensen. Geloof dat je je homo-zijn in Gods licht kunt beleven!

 

  1. Maak bewuste keuzes – Veel christen-homo’s voelen zich slachtoffer van hun gevoelens. Ze hebben er tenslotte niet om gevraagd om zo te zijn. Als het er dan bovendien op lijkt dat er geen goede manier bestaat om ermee om te gaan (‘Je doet het altijd fout’), kun je de moed opgeven. Het is alsof je veroordeeld bent tot een leven in zonde… En als dat zo is, waar zou je je dan nog druk om maken? ’t Beste wat je dan kunt doen, is nog een beetje genieten van de zonde.
    In je hart weet je natuurlijk wel dat dat niet de manier is. Er moet een betere manier zijn, maar daar zul je wel bewust voor moeten kiezen. Zie je zelf niet als slachtoffer van je gevoelens. Oké, je hebt er zelf niet voor gekozen om zo te zijn, maar dat neemt niet weg dat jij verantwoordelijk bent voor hoe je ermee omgaat. Vertrouw je ermee toe aan God die dit in jouw leven heeft toegelaten: ‘Oké, ik ben dus homo… en ik wil ermee omgaan zoals U dat van mij verlangt.’

Uit: Oké, ik ben dus homo – over homoseksualiteit en het volgen van Jezus, van Herman van Wijngaarden.