Hart van homo´s logo
Vier adviezen voor het gebed

Vier adviezen voor het gebed

Hart van homo´s logo

Vier adviezen voor het gebed

Vier adviezen voor het gebed

Subtitel

Vergeet in je zoeken naar God en Zijn wil vooral ook het gebed niet. Vind je dat lastig? Een stimulans om het vooral toch te doen!

door ds. M. Klaassen

Vier adviezen

Jezus heeft ons een aantal waardevolle adviezen gegeven die je kunnen helpen in je gebedsleven of in het ontwikkelen van het gebedsleven. Geen moeilijke, abstracte regels, maar een aantal eenvoudige, wijze uitgangspunten. Ze staan in Mattheüs 6:6-8.

Mattheüs 6

Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet,        zal het u in het openbaar vergelden.

7 Als u bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden.

8 Word dan aan hen niet gelijk, want uw Vader weet wat u nodig hebt, voordat u tot Hem bidt.

1. Zoek de afzondering

Om te bidden, moet je je kunnen concentreren. Zelfs als het stil is, is dat al moeilijk genoeg. Hoe makkelijk dwalen je gedachten niet af?! Dat is zeker zo als het niet rustig om je heen is. Daarom: zoek afzondering, een plek waar anderen je niet zien.

Wáár precies is niet belangrijk. In een joods huis was dat vaak de opslagruimte waar voorraad bewaard werd. Jezus klom op een berg, Petrus op het dak – dat maakt niet zoveel uit. Als het maar een plek is waar je even alleen kunt zijn, waar niemand je ziet of hoort.

2. Neem tijd

Als je goed wilt bidden, lukt je dat meestal niet in een paar minuten. Als je God wil danken voor Zijn zegeningen; als je je zonden en tekortkomingen wil belijden; als je je noden en vragen wil uitspreken, dan heb je daar tijd voor nodig.

Een van de belangrijkste strijdpunten voor een christen is discipline ontwikkelen. Hoe vaak gebeurt het niet dat de stille tijd het slachtoffer wordt van je drukke agenda? Dat is tot grote schade van jezelf en je geestelijk leven.

Een christen zonder gebed is als een soldaat die zonder wapenrusting midden op het slagveld staat. Wees diep overtuigd van de absolute noodzaak van het gebed. Want als je daarvan overtuigd bent, dan zul je ook tijd vinden. Tijd is altijd prioriteit. Wat vind ik het belangrijkste? Als de Heere de belangrijkste voor je is, dan zul je tijd voor Hem maken.

3. Wees je ervan bewust wat je doet

Naast afzondering en tijd heb je ook bewustwording nodig. Als je bidt, spreek je tot God. Niet tot een God die ver weg is, maar een God die zeer nabij is. Hij ziet je, zegt Jezus: ‘Uw Vader die in het verborgene ziet!’ (Matth. 6:6). De God tot wie je bidt is alwetend. Hij weet alles en ziet alles. Hij kent en doorgrondt je.

Eigenlijk zou je, voordat je gaat bidden, tegen jezelf moeten zeggen: ‘Ik ga nu bidden. Ik ga spreken tegen God. Hij ziet me; Hij weet wat er gebeurd is; Hij weet wat er door me heen gaat; Hij weet hoe ik me voel. Hij is hier en Hij wil luisteren’. Als je dat beseft, dan ga je anders bidden.

Waarom dan nog bidden, als God alles al weet? Het doel van je gebed is niet zozeer God informeren – inderdaad, Hij weet alles al. Het gaat in het gebed vooral om de relatie: de relatie met Iemand die jou kent! Daarom is het belangrijk dat je je dat bewust bent. Dat geeft rust en troost. Dan mag je zeggen: ‘Heere, u weet alle dingen. U weet wie ik ben, U weet hoe ik me voel’. ‘Heer, die me kent zoals ik ben, dieper dan ik mezelf ooit ken’ (Psalm 139 vers 1, nieuwe berijming).

4. Vertrouw op de Heere

Om te bidden heb je tenslotte vertrouwen nodig: het vertrouwen van een kind op zijn vader. Het bidden van een christen is als het praten van een kind met zijn Vader. ‘Uw Vader’, zegt Jezus steeds. God is de Vader van Zijn kinderen. Dat betekent: als je een kind van God bent, mag je geloven: God is mijn Vader. Hij weet wat ik nodig heb, Hij weet wat goed voor me is.

Jezus zegt in Mattheüs 6 vers 26: als God zorgt voor de vogels in de lucht, zal Hij dan niet zorgen voor Zijn kinderen?! Een christen mag weten: Hij heeft mij lief – niet om wie ik ben of wat ik doe, maar uit pure genade. Al heb ik het soms nog zo verknoeid; al moet ik soms belijden dat ik het niet waard ben om Zijn kind te zijn – Gods liefde wordt daardoor niet veranderd. Het is een eenzijdige, onveranderlijke liefde; een liefde die rotsvast ligt in Christus.

Snap je nu waarom je met veel vertrouwen in gebed bij God mag komen? Als een aardse vader al van harte bereid is zijn kind te helpen, zou de Heere dat niet veel meer doen?

Dit artikel is een ingekorte versie van (een deel van) het hoofdstuk ‘Brandstof voor een christen’ uit Hou(d)vast – Om vandaag je geloof te belijden; HGJB; uitg. Jes! Zoetermeer, 2015

Waarom zou je in de Bijbel lezen?

Waarom zou je in de Bijbel lezen?

Hart van homo´s logo

Waarom zou je in de Bijbel lezen?

Waarom zou je in de Bijbel lezen?

Subtitel

Het is fantastisch dat God ons Zijn Woord, de Bijbel heeft gegeven. Niet in de eerste plaats vanwege die paar teksten over homoseksualiteit (daarover gaat het hieronder dus niet), maar omdat… nou ja, lees zelf: tien redenen om in de Bijbel te lezen!

1. Ik wil God (beter) leren kennen

De Bijbel is Gods manier om zich aan ons bekend te maken. Hij gaat het gesprek met ons aan. Door erin te lezen, ontdek je steeds meer over wie Hij is, wat Hij gedaan heeft en hoe Hij is (Psalm 98:2).

Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de Heere, uw God, Die u Heer, uw God, Die u [-] uit het slavenhuis geleid heeft (Exodus 20:1, 2).

2. Daarin vind ik het eeuwige leven

In de Bijbel ontmoeten we Jezus, die gezegd heeft: ‘Wie Mijn woord hoort, die heeft eeuwig leven (Johannes 5:24). Jezus’ woorden tillen ons uit boven onze eigen beperkingen. Geen belofte om zomaar naast je neer te leggen!

En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt (Johannes 17:3).

3. Ik wil Gods plan met mijn leven ontdekken

In het leven moet je vaak moeilijke keuzes maken. De Bijbel geeft daarvoor geen kant-en-klare oplossingen, maar wel belangrijke richtlijnen. Zeg maar, een soort van basisprincipes.

Wie is de man die de Heere vreest? Hij onderwijst hem in de weg die hij moet kiezen (Psalm 25:12).

4. Ik word er zelf beter en wijzer van

De Bijbel heeft ook iets van een cursusboek. Doordat je jezelf én God beter leert kennen, word je toegerust om als christen in deze tijd te leven (2 Timotheüs 3:14-17). Wijsheid heeft niet alleen met ouderdom te maken…

Ik ben verstandiger dan al mijn leraren, want Uw getuigenissen zijn mij tot overdenking (Psalm 119:99).

5. Het helpt me om met anderen om te gaan

Relaties met anderen kunnen best lastig zijn. Omdat God die relaties heel belangrijk vindt, geeft Hij er in de Bijbel veel aanwijzingen voor. Neem bijvoorbeeld wat Paulus in 1 Korintiërs 13:4-7 schrijft over de liefde – dat heeft al miljoenen mensen geïnspireerd.

Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo (Jezus in Mattheüs 7:12).

6. Ik houd er de duivel mee op afstand

Het lijkt ouderwets, maar het is juist erg actueel om rekening mee te houden: de duivel is een realiteit en hij heeft het juist voorzien op mensen die de Bijbel serieus nemen. Het mooie is dat je hem met diezelfde Bijbel ook op afstand kunt houden (lees eventueel Mattheüs 4:1-11).

Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stnad kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel [-]. Neem het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord (Efeze 6:11 en 17).

7. Ik wil groeien in mijn geloof

Meer blijdschap, meer zekerheid, meer liefde, meer inzicht – God belooft dat je het zult ontvangen als je in geloof bezig bent met Zijn Woord (Efeze 3:14-21). Ontdek in de praktijk hoe God zich aan deze belofte houdt!

In het houden van de bepalingen van de Heere ligt groot loon (Psalm 19:12).

8. Om zeker te weten dat God van mij houdt

Soms kun je het bijna niet (meer) geloven dat God echt van je houdt. Wat stel jij nou voor als klein mensje? En wat moet God wel niet denken over al die misstappen die je doet? Dan is het goed om zwart op wit te lezen wat God met jouw zonden doet en hoe ongelofelijk diep zijn liefde gaat (Romeinen 8:31-35).

Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Jezus in Johannes 3:16).

9. Alleen zo houd ik het vol om te geloven

Geloven is niet hetzelfde als kiezen voor de makkelijkste weg. Tegenslag, onbegrip, pijn – je krijgt er allemaal mee te maken. De Bijbel is daar eerlijk over, maar spoort je tegelijk aan om het tóch vol te houden (Mattheüs 24:13).

Jaag gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na. Strijd de goede strijd van het geloof (Paulus in 1 Timotheüs 6:11).

10. Ik wil in de praktijk laten zien dat ik van God houd

Fantastisch om te weten dat God van je houdt. Wie daarvan overtuigd is, houdt omgekeerd ook van God en… wil dat laten zien door te leven uit zijn Woord (Johannes 14:21-24).

Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen (Jezus in Johannes 14:23).

Uit: ‘Leer Me Lezen – Hoe de Bijbel opengaat’; Herman van Wijngaarden (red.); uitg. Jes! Zoetermeer (bijbelvertaling aangepast).

We horen er helemaal bij

We horen er helemaal bij

Hart van homo´s logo

We horen er helemaal bij

We horen er helemaal bij

Subtitel

Als homo kun je je in de christelijke gemeente minder voelen. Ergens weet je wel dat dat onterecht is, maar daarmee ben je het gevoel nog niet per se kwijt. Misschien geeft de gemeente jou wel de indruk dat je minder bent en er niet helemaal bij hoort. Hoe sta jij daarin?

door Herman van Wijngaarden

Paulus zegt daarover heel mooie dingen in 1 Korinthe 12:12-27. Hij heeft het daar over gemeenteleden die ‘zwak’ of ‘oneerbaar’ zijn en over gemeenteleden die lijden. Nu zijn homo’s natuurlijk niet per se zwak en al helemaal niet ‘oneerbaar’. Maar laten we eerlijk zijn: zo kun je je soms wel voelen. En anders zijn er misschien wel gemeenteleden die ons zo zien. Laten we daarom toch even met deze bril naar het bijbelgedeelte kijken.

1. Erbij horen

De eerste verrassing die we dan opdoen, is dat we er helemaal bij horen. Het lichaam van Christus bestaat niet alleen uit leden die indruk maken, maar ook uit leden waarmee ‘wat mis is’. Die laatste hebben – als het erop aankomt – bij God zelfs een streepje voor. Aan het lid dat tekortkomt, geeft Hij een grotere eer.

Het is lastig om dat laatste in het juiste perspectief te zien. Van de weeromstuit kun je jezelf stiekem ‘beter’ gaan vinden (wat je bij homo’s ook wel tegenkomt). Daarvan is hier natuurlijk geen sprake. Laten we het maar hierop houden: er is geen reden om je binnen de gemeente meer of minder te voelen, want God denkt niet in deze categorieën. Hij geeft iedereen binnen de gemeente zijn of haar eigen plaats, ook homo’s.

2. Willen ontvangen

Van onze kant moeten we ons dus ook in de gemeente voegen. Dat betekent in de eerste plaats: willen ontvangen. Zoals in de gemeente niemand zonder de ander kan, kunnen ook wij dat niet. Als het goed is, is de gemeente voor ons dus dé plek waar we onze zorgen delen, zodat we zorg kunnen ontvangen. Nu kan dat natuurlijk bar lastig zijn, omdat het de vraag is of de gemeente wel voldoende oog heeft voor wat wij (als homo’s) nodig hebben. Maar het probleem kan óók zijn dat we daar zélf onvoldoende oog voor hebben.

Principieel gezien hebben we het ‘recht’ om de gemeente aan te spreken op haar verantwoordelijkheid voor ons, juist als we ‘gemarginaliseerd’ dreigen te worden. De gemeente mag en kan zich niet aan ons eventuele lijden onttrekken (vers 26). Tegelijkertijd hebben en houden we daarin ook zelf verantwoordelijkheid. Als het niet goed met ons gaat, is het niet altijd de schuld van de gemeente… Het kan zijn dat de gemeente best wil geven, maar dat wij niet willen ontvangen!

3. Gave aan de gemeente

Stel dat jij jezelf toch ziet als het meer zwakke en oneerbare lid van het lichaam, dan is het wonderlijke dat juist jij dan volgens Paulus ‘zeer noodzakelijk’ bent (vers 22). Blijkbaar heb juist jij dan (in je zwakheid) iets te bieden wat de gemeente niet kan missen! Dan zijn de rollen dus omgedraaid: wat hebben wij als homo’s te bieden, dat de gemeente vervolgens moet willen ontvangen? Hoe wordt Gods kracht in onze zwakheid volbracht?

Dat is misschien een andere manier van kijken naar jezelf. Is het mogelijk om jouw homoseksuele identiteit te relativeren en haar dan uit Christus’ hand met een nieuwe betekenis terug te ontvangen, zodat ze zelfs een ‘gave’ wordt? Een gave aan de gemeente?

Hou houd je het vol?

Hou houd je het vol?

Hart van homo´s logo

Hou houd je het vol?

Hou houd je het vol?

Hoogten en diepten

Het leven is hard, zeggen we wel eens. Oké, misschien genieten we er op dit moment volop van, maar dat is geen garantie dat het altijd zo zal blijven. We kennen allemaal de verhalen van mensen die het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden. Dat kunnen juist ook christenen zijn. En misschien ben je het zelf wel… Hoe houd je het dan vol?
Paulus zegt daarover heel mooie dingen in Romeinen 8:28-39. Eigenlijk moet je dat er even bij pakken; hieronder slechts een paar verzen daaruit.

28 En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.

31 Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

32 Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?

35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?

37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.

38 Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen,

39 noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.

Grote woorden

Dit zijn natuurlijk erg grote woorden, die ook nog eens te maken hebben met Gods verkiezend handelen. Terecht kun je er daarom op wijzen dat iemand zich de inhoud ervan té lichtvaardig kan toeëigenen, alsof het vanzelfsprekend is dat dit voor jou geldt. De verwondering is er dan uit.

Tegelijkertijd mogen we geloven we dat de Heilige Geest niks liever wil dan dat we inderdaad persoonlijk geloven wat Paulus hier zegt. Met dit in het achterhoofd proberen we onszelf vanuit dit gedeelte aangesproken te voelen – als christen-homo’s..

1. Heel reëel

Hoe hou je het vol als het leven moeilijk is? Hoe hou je het geloven dan vol? Wat Paulus daarover zegt, maakt in eerste instantie misschien niet vrolijk. Je merkt aan alles dat hij de vraag heel reëel vindt. Hij wimpelt de vraag niet weg, zo van: maak je niet druk, zo moeilijk is het niet hoor. Nee, hij is heel reëel. Juist ook christenen kunnen te maken krijgen met (terechte) beschuldigingen, verdrukking, benauwdheid en allerlei machten die tegen hen zijn. En laten we als homo’s óók maar reëel zijn: wij kunnen onze ‘eigen’ versies van al deze dingen tegenkomen. Kortom, de omstandigheden kunnen wel eens heel ongunstig lijken om het geloven vol te houden.

2. Focus op God

In dit alles verschuift Paulus de focus van onszelf en onze omstandigheden naar de focus op God. Wij houden het niet vol, God houdt het vol! God sleept ons, met eerbied gesproken, overal doorheen. Zelfs de beschuldigingen die ons geweten misschien op ons afvuurt vanwege onze (homoseksuele?) zonden, kunnen ons niet scheiden van de liefde van Christus! Het lijkt gevaarlijk om dat zo te zeggen, maar dit zegt Gods Woord!

3. God liefhebben

We komen hier op een spanning die in het hele evangelie ligt en die we niet moeten willen oplossen: als God alles doet, wat moeten wij dan nog doen? Het is waar dat dit gedeelte alle nadruk legt op Gods soevereiniteit en verkiezing. Maar dat doet geen millimeter af aan onze verantwoordelijkheid om het Woord van God te geloven en ons eraan toe te vertrouwen. Let nog maar eens op vers 28. Daar heeft Paulus het wel degelijk over mensen die iets doen, namelijk God liefhebben! Daar komt het op aan: ‘Gij zult de Heere, uw God, liefhebben’ (Mark. 12:30). Voor mensen die dit doen, is het niet gevaarlijk om dit evangelie van radicale vrije genade te horen. Augustinus durfde het zelfs zó te zeggen: ‘Heb God lief en doe wat je wilt.’

Jij en je zelfbeeld

Jij en je zelfbeeld

Hart van homo´s logo

Jij en je zelfbeeld

Jij en je zelfbeeld

'Ik had liever geen homo willen zijn'

De meeste homo’s zeggen – zeker in het begin: ‘Ik had liever geen homo willen zijn.’ Want het is gewoon lastig. Het kan ook zijn dat ze zich ‘minder’ voelen, of ‘zondiger dan andere mensen’. Het is dan moeilijk om een positief zelfbeeld te ontwikkelen.
In ‘Oké, ik ben dus homo – over homoseksualiteit en het volgen van Jezus’ schrijft Herman van Wijngaarden daarover het volgende.

Door God geschapen

Dat we door God geschapen zijn, betekent dat Hij ons heeft gewild. God wist dat jij homo zou zijn (misschien zelfs: geboren zou worden met een homoseksuele geaardheid) en dat was voor Hem geen belemmering om grootse plannen met jou te hebben. Als homo mag je met David zeggen: ‘HEERE, U doorgrondt en kent mij [-] U hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken’ (Ps. 103: 1b, 13, 14a).

Dat betekent niet automatisch dat er dús helemaal niks mis is met homoseksualiteit. We leven tenslotte ná de zondeval en sindsdien geldt van niemand dat hij ongeschonden ter wereld komt. Daarmee kom je op allerlei ingewikkelde vragen, die trouwens niet alleen gelden voor homoseksualiteit. Als iemand bijvoorbeeld slecht is in rekenen, heeft God dat dan zo gewild? Of dat iemand een hazenlip heeft? Heeft Hij hem of haar zo gemaakt? Aan de ene kant niet, want als er geen zondeval was geweest, waren er ook geen hazenlippen. Maar aan de andere kant toch ook wel. God vond het de moeite waard om jou geboren te laten worden, ook al heb je eigenschappen die je zelf misschien liever niet had gehad. Voor God ben je waardevol!

Daarmee willen we maar zeggen dat het geen zonde is om homo te zijn, iets om je schuldig over te voelen. Sommige christenen denken dat dat wél zo is. Die zetten homo’s in het rijtje van mensen die de neiging hebben tot stelen, of tot opvliegendheid, of tot hebzucht. Daarvan kun je zeggen dat God inderdaad niet wil dat mensen zo zijn. God maakt geen dieven, moordenaars of mensen-met-korte-lontjes. Maar Hij laat wel mensen geboren worden die goed of slecht zijn in rekenen; mensen die homo of hetero zijn; mensen die blind zijn of een hazenlip hebben; mensen die een heel mooi uiterlijk hebben of er maar ‘gewoon’ uitzien. Hoe dat allemaal zit, snappen we niet, maar het is een troost om te weten: ‘God houdt van me zoals ik ben.’

Zijn eigendom

Dat heeft nogal consequenties voor hoe jij als homo naar jezelf kijkt. Veel homo’s hebben er moeite mee om zichzelf te aanvaarden. Dat is begrijpelijk en daar hoef je ook niet simpel over te doen. Toch mag je proberen het jezelf eigen te maken: ‘God houdt van mij als homo, ik hoef mijn gevoelens voor Hem niet te verstoppen.’ Je mag geloven dat God er iets mee kan dat jij homoseksueel bent. Juist dáármee mag je God dienen.

Dat laatste mogen we trouwens nog wel even benadrukken. Dat je door God geschapen bent, betekent dat je niet van jezelf bent, je bent Zijn eigendom. Psalm 100 zegt dat heel mooi: ‘Dien de HEERE met blijdschap [-]. Weet dat de HEERE God is; Hij heeft ons gemaakt – en niet wij’ (vers 2-3). Je mag Hem dienen met alles wat in je is. En ook: daarvoor zal Hij je eens verantwoording vragen: ‘Wat heb je gedaan met het leven dat Ik je gegeven heb?’

Gods leiding in je leven

Gods leiding in je leven

Hart van homo´s logo

Gods leiding in je leven

Gods leiding in je leven

Een verwarrend onderwerp

‘Hoe wil God dat ik mijn leven inricht?’ ‘Hoe maak ik mijn keuzes met Hem?’ Dat zijn belangrijke vragen waar iedere christen voor komt te staan. Voor een homo zijn ze soms extra spannend, omdat bepaalde keuzes minder vanzelfsprekend zijn dan voor anderen.
Deze vragen hebben te maken met wat we noemen: ‘Gods leiding in je leven.’ Een mooi, maar soms ook verwarrend onderwerp. Dat laatste komt onder andere doordat mensen soms onvoldoende zien dat de Bijbel op twee verschillende manieren over Gods leiding spreekt. In Psalm 23, dé Psalm over Gods leiding, kom je ze allebei tegen.

Psalm 23

  • God leidt ons leven (een gegeven om op te vertrouwen) – We mogen geloven dat de Heere onze Herder is (vers 1). Dat betekent onder andere: zelfs al gaan we door een dal vol schaduw van de dood (vers 4), dan nog hoeven we geen kwaad te vrezen, want God is met ons. God is in control en Hij leidt ons er doorheen. Deze leiding hoeven we niet te zoeken, we mogen erop vertrouwen dat ze er is.
  • God wil ons leven leiden (een opdracht om te volgen) – Op de weg achter de Herder aan, komen we voor allerlei keuzes te staan. Niet elke keuze is even belangrijk, maar sommige keuzes zijn dat wel. Het kan zelfs gaan om een keuze tussen ‘goed’ of ‘fout’. Zeker in dat laatste geval is het belangrijk dat je je door God en Zijn Woord (‘het spoor van de gerechtigheid’, vers 3) laat leiden. Of anders gezegd: dat je Zijn leiding zoekt. God wil ons helpen bij het maken van keuzes.

Zeven B’s

We mogen God vragen om wijsheid en inzicht bij het maken van keuzes. Want Hij is betrokken op ons leven en wil ons graag helpen. Hoe doet Hij dat? Ds. Wim Markus noemt in zijn boek ‘Multiple choice’ (uitgeverij Jes!) zeven wegwijzers waarop we mogen letten. Het zijn zeven B’s, uiteraard voorafgegaan door de B van Bidden: vraag God om Zijn leiding!

1. Bekering: dagelijks na zelfonderzoek

Het is goed jezelf voortdurend te onderzoeken of je (nog steeds) gericht bent op Gods wil. Dat wil zeggen: of je bij alle keuzes die je moet maken, de goede grenzen van de vrije keuzeruimte die God ons geeft (Zijn geboden en beloften) wilt respecteren.

2.Bijbelstudie naar vergelijkbare situaties

Zijn er in de Bijbel gedeelten die gaan over een vergelijkbare keuze? Zeggen die iets wat voor jou belangrijk is? Probeer daar eerlijk naar te kijken en laat je gezeggen!

3. Bijzonder verlangen.

Ga na of de Heere God een bijzonder verlangen in je hart heeft gelegd en probeer de bedoeling daarvan te begrijpen. Anders gezegd: let op het vuur dat in je leven is gaan branden. Is er in je leven geen groot vuur gaan branden, dan ben je niets minder voor God, maar brengt deze derde wegwijzer je alleen niet verder.

4. Beproeving: dichte deuren?

Een dichte deur kan een vingerwijzing zijn van God waardoor je weer een volgende stap op je levensweg kunt zetten.

5. Berekenen: plussen en minnen

Het kan duidelijkheid geven om een keer heel nuchter alle ins en outs op een rijtje te zetten, alle voor- en nadelen, plussen en minnen.

6. Bespreken met anderen

Het is verstandig om bij moeilijke beslissingen ook anderen te vragen om met jou naar het probleem te kijken. Van hun kennis, wijsheid en levenservaring mag je royaal gebruik maken, vooral als ze jou kennen. God spreekt door andere mensen heen!

7. Beslissing nemen

Neem zo, na alles overwogen te hebben, voor Gods aangezicht een beslissing en vraag of je vrede krijgt in je hart.