Hart van homo´s logo
Waar vind ik hulp?

Waar vind ik hulp?

Hart van homo´s logo

Waar vind ik hulp?

Waar vind ik hulp?

Als je daar behoefte aan hebt...

Sommige jongeren raken er helemaal van in de knoop als ze ontdekken dat ze homo zijn. Andere kunnen het min of meer gemakkelijk accepteren. Geen van beide is raar. Goed om erbij stil te staan of je (professionele) hulp nodig hebt. En zo ja, waar je die kunt vinden!

Sommige ouders beginnen gelijk over ‘hulp zoeken’ als een zoon of dochter vertelt dat hij/zij homo is. Dat is goed bedoeld, maar soms vergeten ze te vragen of hun zoon/dochter daar wel behoefte aan heeft. Dat hoeft namelijk helemaal niet het geval te zijn. Misschien is het voor jou genoeg dat je er gewoon eerlijk over kunt zijn; verder zit je er niet zo mee. Laat je dan niet aanpraten dat je naar een psycholoog moet ofzo.

Naar je luisteren

Maar het is ook niet vreemd of zwak als je wel hulp nodig hebt. Veel homo-jongeren hebben een laag zelfbeeld, omdat ze ervaren dat ze ‘anders dan anderen’ zijn. Er zijn er ook die heel lang met hun geheim rondlopen. Ze hebben niet de moed om het aan ouders of anderen te vertellen. Ze zijn bang voor de reacties, bang voor het etiket. Het is dan een eenzame strijd – vol vragen over jezelf en over de toekomst.

Als je moeite hebt met het verwerken van de ontdekking dat je homo bent, of als je het niet aan je ouders durft te vertellen, is het goed om hulp te zoeken. Dat kan zijn bij iemand die je goed kent, bijvoorbeeld uit je vriendenkring of bij je predikant, voorganger of wijkouderling. Het is belangrijk dat je je zorgen en vragen kunt delen met iemand die je vertrouwt; iemand die je raad en steun kan geven.

Alleen al het feit dat mensen naar je luisteren, er voor je willen zijn en met je willen bidden, kan je leven een positieve wending geven.

Hulpverleners

Maar niet iedereen wil hulp van een bekende of van iemand uit bijvoorbeeld de kerkelijke gemeente. Misschien ben je toch bang om afgewezen te worden. Of je bent bang dat die ander jouw geheim niet geheim zal houden.

Heb je hulp nodig maar vind je hulp vanuit je eigen netwerk geen goed idee, dan is het voor jou beter om hulp te vragen aan iemand die wat verder van je afstaat (iemand die niet behoort tot je directe omgeving).

Het is goed om eerst naar de huisarts te gaan, die kan meedenken of er professionele hulp nodig is. Hij kent jouw achtergrond, die van je woonplaats en misschien ook nog wel van de kerk.

Homoseksualiteit is een risicofactor voor psychiatrische stoornissen als depressie, sociale fobie en gebruik van alcohol en drugs. Dit gaat over ruim een derde van de totale groep (bron: Trimbos Instituut Utrecht). Als daar bij jou sprake van is, bespreek dan ook dit met de huisarts.

Minderheidsstress is een belangrijke oorzaak van psychische problemen bij homo’s. Dat kan bijvoorbeeld gaan om gepest worden op school, vervelende dingen horen in de kerk, of uitgestoten worden door de familie. Maar ook in de sport of op straat kun je te maken krijgen met discriminatie. Het gebeurt overal, ook al is de tolerantie groot in Nederland.

Het voordeel van professionele hulpverleners is, dat ze beroepsgeheim hebben. Zonder jouw toestemming mogen ze niet met anderen over jou praten. Het is belangrijk dat je een klik hebt met de hulpverlener. Alleen dan is er ruimte om je hart echt te luchten, en om samen te werken aan jouw vragen en problemen. Zoek een andere hulpverlener als de klik er niet is.

Zoek je professionele christelijke hulp dan kun je terecht op de site www.nvvch.nl of op www.ikzoekchristelijkehulp.nl

Homo’s met een sociale fobie

Homo’s met een sociale fobie

Hart van homo´s logo

Homo’s met een sociale fobie

Homo’s met een sociale fobie

Niet om je voor te schamen

Veel vaker dan gemiddeld hebben homoseksuelen en biseksuelen psychiatrische problemen. Daarbij valt op dat homoseksuele mannen, lesbisch vrouwen en biseksuele mensen (vergeleken met hetero’s) ruim twee keer zo vaak een sociale fobie hebben, of een sociale angststoornis. Homoseksueel zijn lijkt dus een risicofactor voor het krijgen van een psychiatrische stoornis. Het Trimbos Instituut heeft daar cijfers over die voortkomen uit degelijk wetenschappelijk statistisch onderzoek.
20% van de homoseksuele en biseksuele mannen hebben ooit in hun leven een sociale fobie, en 25% van de lesbische en biseksuele vrouwen. Dat is misschien een verklaring voor de waarneming dat veel mensen in de homogemeenschap eenzaam zijn. Een sociale angststoornis gaat niet vanzelf over, maar is wel goed behandelbaar met cognitieve gedragstherapie en medicijnen.

Discriminatie

Veel homoseksuele, lesbische en biseksuele mensen krijgen in hun leven te maken met discriminatie en uitsluiting, binnen en buiten de kerk. Discriminatie binnen de kerk komt misschien harder aan, omdat je daar veiligheid en liefde verwacht. Maar ook op een niet-christelijke middelbare school kun je gepest worden omdat je homo bent, of op de sportvereniging.

Dat levert stress op en daar kun je psychisch ziek van worden. Maar deze stress door discriminatie, die ze ook wel minderheidsstress noemen, is nooit de enige oorzaak van een sociale fobie. Als alle discriminatie op de wereld stopt, genees je niet spontaan van deze stoornis.

Hersenen

Mensen met sociale angst hebben nogal eens een terughoudend karakter. Stress in het algemeen lijkt er ook mee te maken te hebben. Een deel van de ziekte is erfelijk bepaald, voor een deel hangt het samen met omgevingsfactoren. Je wordt met een kwetsbaarheid geboren, maar de omgevingsfactoren bepalen of er een sociale fobie ontstaat.

De rol van de opvoeding is onduidelijk en zeker niet de belangrijkste voorwaarde voor het ontstaan van een sociale angststoornis. Het zit in je hersenen, er gaat iets mis met de neurotransmitters dopamine, serotonine en noradrenaline.

Ongezond

De sociale fobie begint vaak in de puberteit en ontstaat meestal geleidelijk. Vrouwen gaan daar ongezond veel alcohol van drinken, mannen in deze groep gebruiken veel vaker drugs. Dat doen vrouwen en mannen als zelfmedicatie, om de pijn van de angststoornis te verdoven. Dat helpt maar tijdelijk. Niemand gaat trouwens aan de drank of drugs omdat hij homoseksueel is. Het is vaak het gevolg van een niet behandelde psychiatrische stoornis.

Bij een sociale fobie ben je bang dat anderen je vreemd of raar vinden, een kritisch oordeel over je hebben, of dat je gaat blozen of trillen. Je kunt dan situaties gaan vermijden, of ze slechts doorstaan met heel veel stress. Dat kan betrekking hebben op iemand ontmoeten, telefoneren, uit eten gaan, een speech houden, werken als er iemand meekijkt. Het is pas een stoornis als het een negatieve invloed heeft op je dagelijks leven, dus als de angst overdreven sterk aanwezig is.

‘Gelukkig is het nooit een serieuze optie voor me geweest om te stoppen met geloven. Want wat hou je dan over?’

Oordeel

Mensen met een sociale fobie of een sociale angststoornis zijn bang voor het oordeel en de kritiek van anderen. Als een kerk leert dat homoseksuele daden zonde zijn, kan dat bij deze mensen extra hard aankomen. Ze zullen, ook weer uit angst voor een oordeel, niet zo gemakkelijk met de dominee gaan praten over wat dit voor hen persoonlijk betekent. Ondertussen zijn ze wel diep ongelukkig, want dit veroorzaakt enorme stress, die leidt tot psychische klachten. De stap naar de huisarts is ook weer groot, eveneens uit angst voor een negatief oordeel.

Mensen met een sociale fobie zijn vaker alleenstaand. Ze doen nogal eens een lagere opleiding dan ze kunnen en hebben dan ook nog eens werk onder hun opleidingsniveau. Een gevolg kan zijn dat mensen eenzaam worden: geen mensen uitnodigen, niet gaan sporten of naar verjaardagen. De angstklachten kunnen leiden tot stress en uitputting.

Schaamte

De schaamte is groot en daarom duurt het lang voordat deze mensen een afspraak maken met de huisarts, ook als ze niet homoseksueel zijn.

Dit is een probleem waar professionele hulp bij nodig is. Schaam je niet om hulp in te schakelen. Veel meer homo’s hebben te maken met sociale angst, je bent niet de enige. Met een goede behandeling kun je herstellen.

Annette van der Vliet

Gepest? dat is nooit jouw schuld!

Gepest? dat is nooit jouw schuld!

Hart van homo´s logo

Gepest? dat is nooit jouw schuld!

Gepest? dat is nooit jouw schuld!

Hier een titel

Jongeren met een andere geaardheid worden veel vaker dan gemiddeld gepest op de middelbare school. Dat is nogal eens het begin van een leven met mentale problemen. Vooral de meisjesachtige jongens en de jongensachtige meiden zijn het slachtoffer. Het pesten gebeurt vaak op plekken waar geen toezicht is. Ze worden vaker dan andere leerlingen gepest door leraren.

Misschien denk je liever niet terug aan de middelbare school, omdat je daar werd gepest. Pesten vanwege de geaardheid is een breed probleem in de samenleving, dit beperkt zich niet tot behoudende christelijke scholen.

Brugpieper

Ik ben gepest in de brugklas, maar niet vanwege mijn biseksuele geaardheid, daar was ik toen nog niet mee bezig. Ik ben nu vijftig, en ik vraag me af wat ik kan doorgeven aan scholieren. Waar ben ik inmiddels achter gekomen, dat ik wel had willen weten toen ik een brugpieper was?

In de brugklas was ik wat angstig. Veel later bleek ik het syndroom van Tourette te hebben, dat zit in de buurt van autisme. Ik overzag al die nieuwe dingen op de middelbare school niet zo goed, en ik deed te veel mijn best om erbij te horen. Ik kon goed leren en ik vluchtte in mijn huiswerk. Maar alle stuuds in onze klas vielen buiten de boot.

De mentor van onze klas zette me eens voor schut voor de klas vanwege mijn oubollige kleren. Daar had ik als jongensachtige meid mogelijk minder oog voor. We hadden het thuis niet breed, ik gaf er zelf niet om, maar met zoiets simpels kan iemand zich dus buiten een groep plaatsen. Wat ik overhield aan het pesten, was het besef dat er iets mis met mij was en dat ik daaraan moest werken.

Na een geslaagde studie aan de universiteit, liep ik al snel vast op kantoor omdat ik niet tegen stress kon en nogal naïef was en sociaal toch wel een beetje onhandig. Wat ik nodig had in de afgelopen decennia, dat waren de bekende rust, reinheid en regelmaat. Maar ik voelde me vooral opgejaagd door de maakbare samenleving, waarin ik zelf verantwoordelijk was, assertief moest zijn, mijn grenzen moest aangeven. De laatste tijd denk ik meer na over de mensen die zo nodig over mijn grenzen moesten gaan.

Levenslessen

Ik ga hier een paar levenslessen doorgeven, die ik liever niet in de praktijk had geleerd, maar het is niet anders…

  1. De eerste is dat het nooit jouw schuld is dat je bent gepest. De verantwoordelijkheid ligt bij de dader(s). Je had gewoon pech, je was op het verkeerde moment op de verkeerde plek, in een onveilige groep. Je was misschien een gemakkelijk doelwit omdat je (soms) zichtbaar anders bent (net als mensen met rood haar).
    En mogelijk reageerde je angstig of sociaal onhandig op het pesten, waardoor het leuk was voor de pester en de meelopers om daarmee door te gaan. Je hebt dit niet kunnen voorkomen. Nogmaals, het is niet jouw schuld, maar je moet wel verder met de krassen op je ziel.
  2. De tweede levensles is dat de verhoudingen tussen mensen ziek kunnen zijn, in vakjargon noemen we dat ook wel toxische relaties. Soms is het goed voor scholieren dat ze sociale vaardigheden oefenen om meer weerbaar te zijn. Maar het is net zo belangrijk om zieke geesten te herkennen en het contact met hen te beperken. Maar je moet nu eenmaal naar de middelbare school, je kunt een pester daar nooit helemaal ontlopen.
  3. De derde levensles gaat over vergeven. Men zegt soms wel dat vergeven goed is voor jouzelf, maar voor sommige pesters is het een vrijbrief om door te gaan. Jij bent geschapen naar het beeld van God, en het doel van jouw leven is niet om de pispaal van de klas te zijn. Hoe dan wel? Jezus zegt in de Bergrede: Heb je vijanden lief, bid voor je vijanden. Dat is echt iets anders dan iedereen maar vergeven. Liefde gaat hier niet over een fijn gevoel, maar over het goede zoeken voor de ander. Help een ander bijvoorbeeld nooit met zondigen, door alles maar met de mantel der liefde te bedekken.
  4. De vierde levensles is dat je iets moet doen om te herstellen van pesten, als dat niet spontaan en vanzelf gaat. Als je erover blijft malen, of als je onzeker bent geworden in contacten, dan is het misschien nodig om na te gaan of je een angststoornis hebt. Ga niet meteen naar de dokter (dat staat ook op thuisarts.nl) maar kijk of je kunt leren van internet, bijvoorbeeld van psychologen of ervaringsdeskundigen op YouTube. Dat helpt je ook om een goede deskundige uit te zoeken, voor als er wel een behandeling nodig is. Neem je verantwoordelijkheid, en zorg dat er iets goeds voortkomt uit dat pesten; dat je er geestelijk van gaat groeien. Daar heb je de rest van je leven iets aan. Dat is beter dan het pesten met de mantel der liefde bedekken, omdat je geen oplossing weet..
    Als het ingewikkeld is om hierover te praten met je ouders of met leraren, dan kun je anoniem chatten of mailen met chris.nl.

Annette van der Vliet