´Ik heb er vrede mee dat ik homo ben´
In de eerste plaats christen
Willem Jan van de Velde (32) is bestuurslid van Hart van Homo’s. Dat hij daar vorig jaar voor benaderd werd, heeft verschillende redenen. Twee daarvan zijn: hij is predikant en hij is homo. ‘Ik ben predikant ondanks mijn homo-zijn, maar ook dóór mijn homo-zijn’, zegt hij daarover. In Doetinchem, waar hij verbonden is aan de Christelijke Gereformeerde Kerk, doet hij zijn verhaal.

‘Het is één van de dingen die bij me horen. Ik ben Willem Jan, ik ben in de eerste plaats christen, maar ik ben ook zoon van een vader en moeder, broer, oom, vriend en Zeeuw – en homo. Dat mensen dat weten, helpt me om ermee om te gaan. Toen ik nog niet uit de kast was, was mijn homo-zijn een heel ding voor me, als een ballon die steeds groter werd. Pas nadat ik erover ging praten, slonk die ballon en was het niet meer zo overheersend aanwezig. Ja, dat was wel een opluchting.’
‘Ik ben in de eerste plaats christen, maar ik ben ook
broer, oom, vriend en Zeeuw – en homo.’
‘Ik stond erbuiten’
‘Dat dit te maken kon hebben met homoseksualiteit, heb ik heel lang ontkend en weggedrukt. De allereerste keer dat ik hierover praatte met een vriend, zei ik: “Ik ben hetero, maar ik heb ‘wel wat homoseksuele gevoelens’.” Die uitspraak heb ik daarna twee keer moeten corrigeren, want later was het: “Ik heb evenveel heteroseksuele als homoseksuele gevoelens.” En weer later: “Het zijn vooral homoseksuele gevoelens.” Dat had te maken met eerlijkheid naar mezelf toe; dat ik durfde toe te geven dat het zo is.’
‘Het heeft dan ook vrij lang geduurd voordat ik uit de kast kwam. Ik vond homo-zijn iets heel ergs, zo wilde ik niet bekend zijn. Ik denk dat ik het ook zondig vond. Niet dat ik in mijn omgeving negatieve dingen hoorde over homo’s, zo van: “Homo’s zijn vies en zondig”, maar zo ervaarde ik het wel.’
‘Ik kende ook geen enkele homo. Homo’s zaten in Amsterdam, maar in de kerk…? Dat kon ik me niet voorstellen. Als er toen ik 16 was bij mij in de kerk een homo was geweest die gewoon belijdend lid was, Avondmaal vierde en een normaal leven leidde, dan was het voor mij heel anders geweest. Ik kende geen enkel positief verhaal over homo’s.’
‘Ik vond homo-zijn iets heel ergs, zo wilde ik niet bekend zijn.
Ik denk dat ik het ook zondig vond.’
‘Gedatet met een meisje’
‘Later heb ik ook gedatet met een meisje. Dat was best leuk, maar ik merkte ook: er klopt iets niet. Iemand zei toen tegen me: “Dat moet je met haar bespreken.” Na veel gesprekken hebben we er toen samen een punt achter gezet. Dat zal rond m’n 25e geweest zijn. Pas vanaf dat moment wist ik definitief: “Ik ben dus echt homo, een heterorelatie is geen optie. Dit is waar ik het mee moet doen.”’
‘Aan de ene kant was het wel een teleurstelling dat mijn gebeden om bevrijding van mijn homoseksuele gevoelens niet verhoord werden. Tegelijkertijd zeg ik nu: “Ik ben blij dat die gebeden niet verhoord zijn.” Want dan was ik een heel ander mens geweest. Als ik op m’n 16e verkering had gehad, was ik misschien op m’n 20e getrouwd en dan had ik misschien helemaal niet de mogelijkheid gehad om – na mijn studie bedrijfskunde – nog theologie te gaan studeren. Ik ben er niet blij mee dat ik homo ben, maar aan de andere kant denk ik: God zal er heus wel een plan mee hebben. Misschien hoort daar wel bij dat ik als homo eigenschappen heb die ik als hetero-man niet had gehad. Homo-zijn betekent in mijn geval dat ik een bepaalde gevoeligheid heb waarmee ik juist ook als predikant tot zegen kan zijn.’
‘Homo-zijn betekent in mijn geval dat ik een bepaalde gevoeligheid heb
waarmee ik juist ook als predikant tot zegen kan zijn.’
‘Over een andere boeg
‘De andere theologische boeg heb ik wel serieuzer overwogen. Maar die heeft me uiteindelijk toch niet overtuigd. Als ik kijk naar de lijn van het Oude naar het Nieuwe Testament, zie ik duidelijk dat seksualiteit bedoeld is voor het huwelijk tussen één man en één vrouw. Bovendien staan er zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament duidelijke verboden van seksualiteit tussen twee mannen. Natuurlijk weet ik dat homoseksualiteit toen anders werd beleefd dan nu, maar ik denk dat Paulus wel degelijk heeft geweten van “vrijwillige” homoseksuele relaties. Ook dáár biedt hij geen ruimte voor.’
‘Gelukkig is het nooit een serieuze optie voor me geweest om te stoppen met geloven. Want wat hou je dan over?’
‘Kleine au-momentjes’
‘Mijn homo-zijn is een kruis. Soms is het een zwaar kruis en soms vergeet ik dat het een kruis is. Als ik slecht in mijn vel zit, heb ik er last van; als ik goed in m’n vel zit, heb ik er geen last van. Ik moet me meer focussen op ontspanning, vrije tijd, vriendschappen en familie. Want als ik dat niet doe, kom ik slecht in mijn vel te zitten en dan ga ik mezelf zielig vinden. Voor een groot deel is het dus een praktisch probleem met praktische oplossingen. Ik bedoel maar: je kunt het ook té geestelijk maken. Je kunt zeggen dat je een kruis te dragen hebt, maar je kunt ook zeggen: ga vooral sporten op maandagavond.’
‘Mijn homo-zijn is een kruis.
Soms is het een zwaar kruis en soms vergeet ik dat het een kruis is.’
‘Gewoon een leuk leven’
‘Volgens mij is het ontzettend belangrijk dat het werk van Hart van Homo’s doorgaat, zodat jongeren die ontdekken dat ze homogevoelens hebben, weten: er zijn gelovige mensen die daar gewoon voor uitkomen en verder een heel normaal leven hebben. Misschien zelfs wel gewoon een leuk leven!’
3 april 2024