Hoeveel mensen zijn homo?

Hoeveel mensen zijn homoseksueel? Op die vraag kun je uiteenlopende antwoorden horen. Zo’n vier procent, zeggen sommigen. Eén op de tien, zeggen anderen. Hoe komt het dat er zulke verschillende antwoorden gegeven worden? En: om hoeveel mensen gaat het dan wel?

door Wolter Rose

Uiteenlopende antwoorden op de vraag hoeveel mensen homoseksueel zijn — voor een deel heeft dat te maken met wat iemand bedoelt met het woord homoseksueel. Gaat het om mensen die zich aangetrokken voelen tot hetzelfde geslacht, mensen die seks hebben met iemand van hetzelfde geslacht, of om mensen die van zichzelf zeggen dat ze homoseksueel zijn? Verder maakt het ook verschil wie er precies geteld worden: alleen homo’s en lesbiennes, of ook biseksuelen en transgenders.

Nederland
Het Sociaal en Cultureel Planbureau gaf in 2016 voor het eerst een lhbt-Monitor uit, een tweejaarlijkse ‘rapportage die de stand van zaken weergeeft van de publieke opinie over lhbt’s en van de leefsituatie van deze groep personen’. In dit rapport wordt geconstateerd dat ‘het niet mogelijk [is] om een exact percentage lhb’s in Nederland uit te rekenen’. De reden daarvoor is dat ‘een echt geschikte databron hiervoor ontbreekt’.

Op basis van de beschikbare data komt de lhbt-Monitor 2016 uit op een voorzichtige schatting van het percentage lhb’s in Nederland ‘tussen 4% en 7%’, en noemt het rapport ‘eerder gepresenteerde schattingen […] en de veelgehoorde uitspraak “één op de tien” te hoog’.

Dus niet één op de tien mensen is homo, maar tussen één op 14 en één op de 25? Die conclusie is te snel. Bij het percentage dat de lhbt-Monitor noemt, gaat het niet alleen over homo’s en lesbiënnes maar worden ook biseksuelen meegeteld.

Tellen we biseksuelen niet mee, dan komen we voor homoseksuelen in de bevolking van Nederland uit bij een percentage van 3,4%, oftewel één op de 29. Uitgesplitst naar mannen en vrouwen is dat respectievelijk 4,4% en 2,4%. In de lhbt-Monitor wordt homoseksueel omschreven als ‘vooral of uitsluitend tot seksegenoten’ aangetrokken.

Verenigde Staten
Hoe zit het in andere landen? Volgens een opiniepeiling uit januari 2017 van het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup neemt het aantal Amerikaanse volwassenen dat zich als lhbt identificeert toe. De vraagstelling bij dit onderzoek luidde: ‘Identificeer jij je persoonlijk als lesbisch, homo, biseksueel of transgender?’ — een vraagstelling die trouwens net even anders klinkt dan de omschrijving in de Nederlandse lhbt-Monitor 2016. In 2012 gaf 3,5% een positief antwoord op de vraag van het Amerikaanse onderzoeksbureau, in 2016 was dat 4,1%.

Gallup publiceerde in mei 2015 de resultaten van onderzoek naar wat mensen denken over het percentage homoseksuelen in de Amerikaanse bevolking. De ondervraagden denken in 2015 net als in 2011 en 2002 dat zo’n 23% van de bevolking homo of lesbisch is, volgens de onderzoekers ‘vele malen hoger’ dan de werkelijke cijfers.

Een derde van de ondervraagden schatte dat meer dan 25% van de Amerikaanse bevolking homo of lesbisch is — één op de vier. Minder dan 10% van de ondervraagden gaf aan het percentage lh’s te schatten op onder de 5% — de dichtste benadering van het werkelijke aantal. Of er in Nederland vergelijkbaar onderzoek is gedaan naar wat mensen denken over het aantal homoseksuelen is mij niet bekend.