Hart van homo´s logo
Zelfacceptatie is belangrijker dan uit de kast komen

Zelfacceptatie is belangrijker dan uit de kast komen

Hart van homo´s logo

Zelfacceptatie is belangrijker dan uit de kast komen

Zelfacceptatie is belangrijker dan uit de kast komen

Als er thuis al problemen zijn...

Helaas kan niet iedereen in Nederland veilig uit de kast komen. Het komt voor dat ouders hun kind op straat zetten. Nog veel vaker worden homoseksuele mensen binnen de familie en vriendenkring gestigmatiseerd en genegeerd. Als homoseksualiteit zichtbaar wordt en dichtbij komt, blijkt de Nederlandse tolerantie flinterdun – en niet alleen onder behoudende christenen.

Met de meeste homoseksuele jongeren gaat het gelukkig goed. Zij vinden een luisterend oor bij hun ouders, en kunnen bij hen terecht met vragen. In een persoonlijk gesprek tussen de jongeren en bijvoorbeeld een leerkracht of een predikant, is het zaak om dit voorzichtig af te tasten, voordat het gesprek over de Bijbel gaat of over het beleid van de wijkgemeente of de school. Kan deze jongere bij zijn ouders terecht als hij op school wordt uitgescholden voor ‘mietje’? En niet minder belangrijk: zijn de ouders in staat om hun puber hierin te begeleiden? Het is niet per se onwil als dit niet gebeurt, het kan ook onvermogen zijn door ziekte en zorgen.

Met tranen

Als er thuis al problemen zijn of zouden kunnen ontstaan, moeten de omstanders niet aansturen op uit de kast komen, maar op zelfacceptatie (1). Want voor je mentale welzijn is het beter om niet tegen je geaardheid te vechten, maar om ermee te leren leven. Dat is een persoonlijk proces en dat mag met worstelen en met tranen, al hoeft dat natuurlijk niet. Maar met ontkennen doet iemand zichzelf tekort en maakt hij zichzelf mogelijk kapot.

Mensen die uit de kast komen, hebben volgens onderzoek minder zelfmoordgedachten; dat heeft dus altijd de voorkeur (2). Maar er zijn ook voorbeelden van jongeren die een einde aan hun leven maakten, nadat ze uit de kast waren gekomen bij de verkeerde mensen. Daar waren ouders en schoolvrienden bij die de geaardheid ontkenden of bagatelliseerden (3). Maatwerk is dus nodig!

Zo is het ook mogelijk om de kastdeur op een kier te zetten, en het onderwerp (nog) niet thuis te bespreken, maar met de vertrouwenspersoon op school, of met de wijkpredikant of de huisarts. Bij Chris (4) en bij Hart van Homo’s (5) kun je anoniem je verhaal doen aan getrainde mensen die meedenken, door te chatten of te bellen of te mailen.

Luister

De kerk of de school kan veel zelf doen voor homoseksuele mensen uit traditionele families. Er zijn dingen die je wel moet doen, en er zijn dingen die je juist niet moet doen. Luister aandachtig, en stel vragen over wat de ander denkt en voelt, en wat hij zelf wil en nodig heeft. Bagatelliseer het onderwerp niet door te zeggen dat uit de kast komen vast wel meevalt of door de indruk te wekken dat het onderwerp geen issue is.

Uit de kast komen is altijd een persoonlijke keuze en stap, forceer dat niet. Ga moeilijke onderwerpen als zelfmoord niet uit de weg, maar realiseer je dat je niet alles kunt oplossen. En ga vertrouwelijk om met de informatie die je krijgt, breng de ander niet in gevaar door onzorgvuldig te zijn met geheimhouding. Verken of er iemand in de familie is die de persoon in kwestie wel kan steunen.

In de media lijkt het vaak alsof alleen behoudende christenen moeilijk doen over homoseksualiteit. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat gelukkig niet. Door over de thuissituatie te praten, geef je de homoseksuele medemens juist de kans om het onderwerp zelf breder te zien dan de Bijbel en de kerk. Dat kan weer helpen bij de zelfacceptatie. Het geeft de nodige veerkracht om met een andere geaardheid het volwassen leven in te stappen.

Voor verdieping is er een handreiking (6) van Movisie, betaald door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Annette van der Vliet

Nieuwe groepen voor homo´s die bewust single zijn

Nieuwe groepen voor homo´s die bewust single zijn

Hart van homo´s logo

Nieuwe groepen voor single homo's

Nieuwe groepen voor homo´s die bewust single zijn

Ervaringen en vragen

In 2025 start er (bij voldoende belangstelling) in Waalwijk en op Urk een nieuwe bijbelstudiegroep voor personen van ca. 25-40 jaar die er (principieel) voor gekozen hebben om single te blijven. Doel is: ontmoeting rond de Bijbel, waarbij ervaringen en vragen gedeeld kunnen worden. Heb je belangstelling, stuur dan een mail naar Herman van Wijngaarden, herman@hartvanhomos.nl.
Onderaan deze pagina staat een kort bericht dat gebruikt kan worden in kerkbladen.

De andere bijbelstudiegroepen staan ook open voor jongeren die de visie van Hart van Homo’s niet delen, of die daaraan twijfelen. Deze kring is wat dat betreft anders. Hij is bedoeld voor personen die al door de vragen rond ‘wel/niet relatie’ zijn heengegaan en die behoefte hebben aan herkenning en steun bij hun keuze om alleen te blijven. De groep is nadrukkelijk géén zelfhulpgroep. Van elke deelnemer wordt verwacht dat hij of zij anderen kan mee nemen in hun proces.

Voor het overige is de informatie grotendeels dezelfde als die voor de andere groepen.

Ontmoeting

Doel van een bijbelstudiegroep is ontmoeting en groeien in geloof, steeds rond een bepaald bijbelgedeelte. Voor deze avonden is een serie van tien bijbelstudies geschreven (zie onder, mogelijk slaan we studie 6 over). Het is géén bijbelstudieserie over homoseksualiteit, maar een bijbelstudieserie over basics van het geloof, toegespitst op homoseksuele jongeren. We willen met elkaar nadenken over wat geloven (juist) voor ons betekent. 

Eigen ´kleur´

De onderwerpen zijn (op één na) allemaal onderwerpen die voor iedere christen belangrijk zijn, zoals: hoe kijkt God naar ons, hoe gaan we om met de zonde in ons leven, en wat betekent het om discipel van Jezus te zijn? Alleen, de manier waarop we ons deze onderwerpen eigen proberen te maken, kan voor homo’s wel een eigen ‘kleur’ krijgen.

De gesprekken zullen daarom in eerste instantie vooral gaan over het geloof in het algemeen: wat betekent dat voor jou? Van dááruit trekken we lijnen naar homoseksualiteit – en niet andersom. Je bent in de eerste plaats christen, je homo-zijn komt op de tweede (of derde…) plaats.

Elke maand

De bijbelstudies worden elke maand op een vrijdagavond gehouden.

  Titel Thema Bijbelgedeelte
1 ‘Goed dat je er bent’ Hoe kijkt God naar ons? Psalm 139:1-24
2 ‘Focus op God’ Hoe kijken wij naar God? Psalm 16
3 ‘Spiegel’ De zonde in ons leven Genesis 3:1-15
4 ‘Leven door de Geest’ De vrucht van de Geest Galaten 5:16-26
5 ‘Hoe belangrijk is seks?’ Seksualiteit en onthouding 1 Korinthe 7:1-9
6 ‘Wat zou Jezus ervan vinden?’ Homoseksualiteit Mattheüs 19:3-12 en Romeinen 1:18-32
7 ‘Vriendschap’ Het belang van vriendschap Prediker 4:9-12
8 ‘Born (t)his way’ Navolging Markus 8:31, 34-38
9 ‘We horen er allemaal bij’ De plaats in de gemeente 1 Korinthe 12:12-27
10 ‘Hoe hou je het vol?’ Volharding Romeinen 8:28-39
Bekendheid geven aan deze groepen in uw of jouw kerkblad? Gebruik dan dit bericht.

Laatst gewijzigd 25 jnauari 2025

Documentaire is a wake-up call

Documentaire is a wake-up call

Hart van homo´s logo

Documentaire is a wake-up call

Documentaire is a wake-up call

'God, ik ben gay!'

‘Wie help ik hiermee? Mezelf in ieder geval niet…’ Dat zegt de 26-jarige influencer en acteur Robbert Rodenburg in de documentaire ‘God, ik ben gay’ die vorige week donderdagavond is uitgezonden op NPO 3.[i] Hij doelt met die opmerking op de gesprekken die hij voor de documentaire heeft gevoerd over zijn homo-zijn, vooral met mensen uit zijn orthodox-christelijke verleden. Rode draad daarin is dat hij zich altijd veroordeeld heeft gevoeld… Wat hij daarover zegt, raakt me. Zou het kunnen dat hij homoseksuele jongeren uit orthodox-christelijke kring met deze documentaire heeft geholpen?

Artikel is oorspronkelijk geschreven voor Cvandaag. Foto: KRO/NCRV – Milan Gino.
Er zitten in de documentaire best dingen waaraan je je zou kunnen ergeren. Bijvoorbeeld als hij opmerkt dat hij volgens teksten uit Leviticus gestenigd zou moeten worden. Hij kan weten dat niemand in reformatorische kring deze teksten zo leest. Of als hij met een oud-docent van De Driestar leest uit een beleidsnotitie van 13 (!) jaar geleden, terwijl algemeen bekend is dat deze reformatorische school daar al lang afstand van heeft genomen. En zo zijn er nog wel een paar dingen.

Maar dat laat onverlet dat hij zich als tiener in de kerk en op school diep ongelukkig heeft gevoeld. Hij zegt in de documentaire dat het derde en vierde jaar van zijn vmbo-tijd de twee ongelukkigste jaren van zijn leven zijn geweest! Zijn homo-zijn was in zijn beleving iets dat er niet mocht zijn, een hemel-of-helkwestie (waarschijnlijk hel). Dan kun je als kerk of school nog zó gelijk hebben met je onderwijs over (homo-)seksualiteit, maar als dit daar het effect van is, heb je iets verkeerd gedaan.

Verwijten

Doel van een bijbelstudiegroep is ontmoeting en groeien in geloof, steeds rond een bepaald bijbelgedeelte. Voor deze avonden is een serie van tien bijbelstudies geschreven (zie onder, mogelijk slaan we studie 6 over). Het is géén bijbelstudieserie over homoseksualiteit, maar een bijbelstudieserie over basics van het geloof, toegespitst op homoseksuele jongeren. We willen met elkaar nadenken over wat geloven (juist) voor ons betekent. 

Veiligheid

Wat dat betreft, blijf ik haken bij een opmerking die Corinna de Groot, staffunctionaris leerlingenzorg aan De Driestar, in de documentaire maakt. De beelden erbij geven aan haar woorden extra effect, ongetwijfeld bewust zo gemonteerd. Terwijl je Robbert vertwijfeld en eenzaam ziet weglopen na het gesprek op De Driestar, hoor je haar zeggen: ‘Het geeft mij ook wel het inzicht dat wij ons moeten realiseren dat op het moment dat wij de verbinding verliezen op het punt dat de Bijbel ons uitgangspunt is, dat je daar wellicht ook altijd uit elkaar zal gaan als het gaat om het idee van sociale veiligheid.’

Je kunt je afvragen of dat zo is. Eerder in de documentaire zegt ze daarover: ‘De kunst is: hoe zorg je ervoor dat je dit bespreekbaar maakt op een manier waarbij elke leerling de ruimte heeft om zichzelf te verhouden tot het onderwerp.’ Dat is volgens mij precies de clou. Als je die kunst beheerst, kun je vasthouden aan de Bijbel als uitgangspunt, zonder de sociale veiligheid los te laten als de ander dat uitgangspunt niet deelt. Dat zullen we als christenen die het traditionele onderwijs over homoseksualiteit hoog willen houden, meer moeten leren.

Geloofsgesprek

Ik denk dat het hier gaat om belangrijke didactische principes, waarvan ik hoop – en ook verwacht – dat die door alle professionele docenten op reformatorische scholen in praktijk worden gebracht. Voor de catechese weet ik dat niet zo zeker. Ik hoorde onlangs van een jongere die tijdens catechisatie bij een onderwerp een fictieve reactie kreeg voorgelegd met de vraag: ‘Wat is er fout aan deze reactie?’ Ruimte om die reactie níet fout te vinden, was er blijkbaar niet.
Bij trainingen over het geloofsgesprek die ik voor de HGJB geef, gebruik ik als casus vaak het onderwerp ‘de opstanding’. In de catechesemethoden van de HGJB is een belangrijk onderdeel de informatieoverdracht, waarbij de catecheet uitlegt wat ‘wij’ als kerk, op basis van de Bijbel geloven over een onderwerp. Want dat mag en moet duidelijk zijn. Vervolgens is er de verwerking in de gespreksgroepjes. Stel nou dat een jongere in het gesprek over de opstanding zegt: ‘Ik kan dit niet geloven, volgens mij is dood dood.’ Hoe reageer je dan als catecheet of mentor?

Regel één is dan: blijf ‘in relatie’ met deze tiener. En regel twee: zorg ervoor dat de catechisant het gevoel houdt dat hij er – ondanks zijn ‘afwijkende’ mening – nog steeds bij hoort. Natuurlijk vind je het erg dat hij niet in de opstanding gelooft. Maar het heeft geen zin om te zeggen dat hij zo niet mag denken. Sterker nog: waarschijnlijk werkt dat averechts. Je kunt de ander niet dwingen het geloof over te nemen. Zoiets zegt Verdouw ook in de documentaire: ‘Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van de leerling welke keuze hij maakt.’ Daarvoor heeft hij ruimte en sociale veiligheid nodig.

Acceptatie

Is het zo ook niet als het gaat over homoseksualiteit? In de bijbelstudiegroepen van Hart van Homo’s laten we er geen twijfel over bestaan dat volgens ons de Bijbel geen ruimte laat voor de homoseksuele relatie. Maar jongeren weten dat ze het met deze visie oneens mogen zijn – en sommige jongeren doen dat dan ook. Die ruimte hebben ze nodig om zich überhaupt een visie eigen te kunnen maken.

Het is wel eens gebeurd dat ik merkte dat een jongere ertoe neigde om de traditionele visie op homoseksualiteit over te nemen op het gezag van Hart van Homo’s. Toen heb ik gezegd: ‘Zo werkt dat niet. Je moet je echt afvragen of je zelf van harte achter deze visie staat. Anders red je het er niet mee.’

Betekent dit dat het mij niet uitmaakt tot welke overtuiging een jongere komt? Ja en nee. Voor mijn acceptatie van deze jongere maakt het mij inderdaad niet uit. Hij blijft hoe dan ook welkom. Aan de andere kant zal een jongere mij nooit horen zeggen dat ik alle visies gelijkwaardig vind. Daarvoor ben ik er te veel van overtuigd dat ‘mijn’ visie de juiste is. Dat brengt mij in een spanning, net zoals de catecheet in een spanning komt te staan als hij hoort dat een tiener niet in de opstanding gelooft. Hij neemt de jongere serieus, maar zal – als het goed is – nooit zeggen dat het niet uitmaakt hoe je erover denkt.

Vooroordelen

Robbert zal waarschijnlijk zeggen: ‘Maar als je eraan vasthoudt dat het huwelijk bedoeld is voor de relatie man-vrouw, dan oordeel je toch over mij?’ Dat zegt hij in de documentaire ook tegen ds. Paul Visser. Die geeft er wat mij betreft een goede reactie op: ‘Het kan niet zo zijn dat iedereen eerst moet denken zoals jij, voordat je je aanvaard voelt. Dat vind ik wel eens het dwingende van homoseksuele mensen: dan moet ik eerst net zo denken als zij. Als ik jou aanvaard in jouw overwegingen, zonder vooroordelen, dan mag ik van jou verlangen dat jij mij ook wilt aanvaarden.’

Het is alleen erg jammer dat dit voor Robbert op een laat moment in zijn levensweg komt. Wat Visser nu tegen hem zegt, heeft hij in zijn jeugd onvoldoende ervaren. Mogelijk is dat niet meer te herstellen, maar we kunnen voortaan in ieder geval meer ons best doen.

Herman van Wijngaarden
17 december 2024

[i] Op de website van KRO/NCRV zegt hij niettemin dat hij de documentaire achteraf ziet ‘als een groot cadeau aan mezelf, omdat ik eindelijk deal met ervaringen uit mijn verleden.’

Gepest? dat is nooit jouw schuld!

Gepest? dat is nooit jouw schuld!

Hart van homo´s logo

Gepest? dat is nooit jouw schuld!

Gepest? dat is nooit jouw schuld!

Hier een titel

Jongeren met een andere geaardheid worden veel vaker dan gemiddeld gepest op de middelbare school. Dat is nogal eens het begin van een leven met mentale problemen. Vooral de meisjesachtige jongens en de jongensachtige meiden zijn het slachtoffer. Het pesten gebeurt vaak op plekken waar geen toezicht is. Ze worden vaker dan andere leerlingen gepest door leraren.

Misschien denk je liever niet terug aan de middelbare school, omdat je daar werd gepest. Pesten vanwege de geaardheid is een breed probleem in de samenleving, dit beperkt zich niet tot behoudende christelijke scholen.

Brugpieper

Ik ben gepest in de brugklas, maar niet vanwege mijn biseksuele geaardheid, daar was ik toen nog niet mee bezig. Ik ben nu vijftig, en ik vraag me af wat ik kan doorgeven aan scholieren. Waar ben ik inmiddels achter gekomen, dat ik wel had willen weten toen ik een brugpieper was?

In de brugklas was ik wat angstig. Veel later bleek ik het syndroom van Tourette te hebben, dat zit in de buurt van autisme. Ik overzag al die nieuwe dingen op de middelbare school niet zo goed, en ik deed te veel mijn best om erbij te horen. Ik kon goed leren en ik vluchtte in mijn huiswerk. Maar alle stuuds in onze klas vielen buiten de boot.

De mentor van onze klas zette me eens voor schut voor de klas vanwege mijn oubollige kleren. Daar had ik als jongensachtige meid mogelijk minder oog voor. We hadden het thuis niet breed, ik gaf er zelf niet om, maar met zoiets simpels kan iemand zich dus buiten een groep plaatsen. Wat ik overhield aan het pesten, was het besef dat er iets mis met mij was en dat ik daaraan moest werken.

Na een geslaagde studie aan de universiteit, liep ik al snel vast op kantoor omdat ik niet tegen stress kon en nogal naïef was en sociaal toch wel een beetje onhandig. Wat ik nodig had in de afgelopen decennia, dat waren de bekende rust, reinheid en regelmaat. Maar ik voelde me vooral opgejaagd door de maakbare samenleving, waarin ik zelf verantwoordelijk was, assertief moest zijn, mijn grenzen moest aangeven. De laatste tijd denk ik meer na over de mensen die zo nodig over mijn grenzen moesten gaan.

Levenslessen

Ik ga hier een paar levenslessen doorgeven, die ik liever niet in de praktijk had geleerd, maar het is niet anders…

  1. De eerste is dat het nooit jouw schuld is dat je bent gepest. De verantwoordelijkheid ligt bij de dader(s). Je had gewoon pech, je was op het verkeerde moment op de verkeerde plek, in een onveilige groep. Je was misschien een gemakkelijk doelwit omdat je (soms) zichtbaar anders bent (net als mensen met rood haar).
    En mogelijk reageerde je angstig of sociaal onhandig op het pesten, waardoor het leuk was voor de pester en de meelopers om daarmee door te gaan. Je hebt dit niet kunnen voorkomen. Nogmaals, het is niet jouw schuld, maar je moet wel verder met de krassen op je ziel.
  2. De tweede levensles is dat de verhoudingen tussen mensen ziek kunnen zijn, in vakjargon noemen we dat ook wel toxische relaties. Soms is het goed voor scholieren dat ze sociale vaardigheden oefenen om meer weerbaar te zijn. Maar het is net zo belangrijk om zieke geesten te herkennen en het contact met hen te beperken. Maar je moet nu eenmaal naar de middelbare school, je kunt een pester daar nooit helemaal ontlopen.
  3. De derde levensles gaat over vergeven. Men zegt soms wel dat vergeven goed is voor jouzelf, maar voor sommige pesters is het een vrijbrief om door te gaan. Jij bent geschapen naar het beeld van God, en het doel van jouw leven is niet om de pispaal van de klas te zijn. Hoe dan wel? Jezus zegt in de Bergrede: Heb je vijanden lief, bid voor je vijanden. Dat is echt iets anders dan iedereen maar vergeven. Liefde gaat hier niet over een fijn gevoel, maar over het goede zoeken voor de ander. Help een ander bijvoorbeeld nooit met zondigen, door alles maar met de mantel der liefde te bedekken.
  4. De vierde levensles is dat je iets moet doen om te herstellen van pesten, als dat niet spontaan en vanzelf gaat. Als je erover blijft malen, of als je onzeker bent geworden in contacten, dan is het misschien nodig om na te gaan of je een angststoornis hebt. Ga niet meteen naar de dokter (dat staat ook op thuisarts.nl) maar kijk of je kunt leren van internet, bijvoorbeeld van psychologen of ervaringsdeskundigen op YouTube. Dat helpt je ook om een goede deskundige uit te zoeken, voor als er wel een behandeling nodig is. Neem je verantwoordelijkheid, en zorg dat er iets goeds voortkomt uit dat pesten; dat je er geestelijk van gaat groeien. Daar heb je de rest van je leven iets aan. Dat is beter dan het pesten met de mantel der liefde bedekken, omdat je geen oplossing weet..
    Als het ingewikkeld is om hierover te praten met je ouders of met leraren, dan kun je anoniem chatten of mailen met chris.nl.

Annette van der Vliet

´God verwondt en Hij verbindt´

´God verwondt en Hij verbindt´

Hart van homo´s logo

´God verwondt en Hij verbindt´

´God verwondt en Hij verbindt´

Steeds meer een leidende hand

‘Hoe is het eigenlijk allemaal begonnen? Hoe weet je nu of je homo bent?’ Dit zijn vragen die ik regelmatig krijg. Maar voor mij is het nooit begonnen, het was er altijd al. Wel weet ik dat ik het op mijn 18e heb toegegeven. Ik had nog altijd het mooie plaatje in mijn hoofd van trouwen, kindjes krijgen en ga zo maar even door… totdat ik verliefd werd – verliefd op een jongen.

In mijn achterhoofd wist ik al lang dat ik mannen aantrekkelijk vond, maar ik verwachtte er verder niet echt iets van. Ik dwong mezelf om er niet aan te denken. In het laatste jaar van de havo ben ik toch uit de kast gekomen.

Er begon een nieuw tijdperk voor mij. Tenminste, zo voelde dat. Het homo zijn was er daarvoor altijd al, maar het was nog nooit benoemd, het was niet officieel voor mij en dat voelde veilig.

Tijdens de fase van het uit de kast komen voelde ik me niet goed. Ik zag door de bomen het bos niet meer. Ik raakte in een negatieve spiraal en voor mij hoefde het allemaal niet meer. Ik begreep het niet, ik voelde me verdrietig en eenzaam. Naar mijn idee liep ik maar doelloos rond op aarde. Waarvoor leefde ik nog?

Naar mijn idee liep ik maar doelloos rond op aarde.
Waarvoor leefde ik nog?

Ik was boos op God en voelde me onbegrepen door mensen en hun ideeën. Al mijn toekomstdromen leken in te storten. Dit was heel moeilijk en frustrerend. Er werd ergens heel hard op een rem getrapt. Ik kreeg een andere weg te gaan dan hoe ik het gepland had in mijn hoofd.

Gelukkig was er een andere weg voor mij, een weg die God voor mij gemaakt had. Achteraf kan ik zeggen dat het zo moest zijn. Ik kan niet precies zeggen wanneer deze omslag geweest is, maar God leerde mij zien dat ik veel te menselijk dacht; dat ik het van de wereld verwachtte, dat ik een eigen manier van goed of fout had gecreëerd.

Het uit de kast komen maakte mij gelukkig afhankelijk van God. Ik had Zijn hulp nodig, want ik wist dat ik er alléén aan onderdoor zou gaan. Voor mij voelde het leven vanaf dat moment alsof ik op mijn ene schouder een duivel had, en op mijn andere schouder een engel. In mijn hoofd was het een strijd waar ik de hele dag last van had.

Het uit de kast komen maakte mij afhankelijk van God.

Na de havo ging ik studeren. Dit werd mij al snel te veel. Ik zocht naar rust, stopte met school en ben gaan werken. Een jaar later begon ik een nieuwe opleiding. Mijn levensvreugde was een beetje weg op dat moment. Het leek alsof ik helemaal opnieuw beginnen moest, alsof ik een nieuw doel krijgen moest.
Thuis en op school gaven ze me het advies dat ik professionele hulp moest gaan zoeken. Dat heb ik gedaan, maar dat voelde heel leeg voor mij. Er miste iets. Ik was er niet klaar voor, ik kon mezelf niet geven.

Inmiddels heb ik wel weer professionele hulp. Tijdens een stage ontmoette ik een vrouw die nu mijn therapeut is. Ik bewonder haar enorm vanwege haar manier van werken, haar visie op het leven, de kennis die ze overdraagt, maar ook haar geloof in God en hoe ze dat uitstraalt.

Gaandeweg kreeg ik steeds meer vrede met het leven als homo. De strijd bleef, maar ik kon het loslaten, overgeven aan God. Waar ik eerst boos was op Hem, zag ik steeds meer een leidende hand. De woede en het onbegrip maakten plaats voor rust en een veilige basis. God liet zien dat Hij er altijd was – niet tijdelijk, zoals de aarde en onze problemen hier. Juist door die dingen heeft God gewerkt en laten zien dat er een veel belangrijker einddoel is. Wat een goedheid!

Juist door die dingen heeft God gewerkt
en laten zien dat er een veel belangrijker einddoel is.
Wat een goedheid!

Aan het einde van een therapiesessie sluit mijn therapeut vaak af met een stukje uit de Bijbel en met gebed. Op een dag lazen we Job 5:17-18: Zie, welzalig de mens, die God kastijdt; versmaad daarom de tucht des Almachtigen niet. Want Hij verwondt en Hij verbindt, Hij slaat en Zijn handen helen.

Soms zijn er dalen, soms pieken. Het nare is nodig om te overwinnen.

Wat een rijkdom!

Henry

7 januari 2022