Hart van homo´s logo
Verschillende boeken

Verschillende boeken

Hart van homo´s logo

Verschillende boeken

Verschillende boeken

Oordeel zelf!

Hoe ‘moet’ je denken over christen-zijn en homoseksualiteit? Als je daarover verder wilt nadenken, kun je bijvoorbeeld deze boeken lezen. De eerste tien boeken liggen het dichtst bij wie wij zijn als Hart van Homo’s. De laatste vier boeken leggen – in meerdere of mindere mate – andere accenten. Oordeel zelf!

Hoe ‘moet’ je denken over christen-zijn en homoseksualiteit? Als je daarover verder wilt nadenken, kun je bijvoorbeeld deze boeken lezen. De eerste tien boeken liggen het dichtst bij wie wij zijn als Hart van Homo’s. De laatste vier boeken leggen – in meerdere of mindere mate – andere accenten. Oordeel zelf!

Oké, ik ben dus homo – over homoseksualiteit en het volgen van Jezus, door Herman van Wijngaarden. Onder andere over: het geloof van een christen-homo, homoseksualiteit en de Bijbel, de plaats van seksualiteit, en het belang van vriendschap.

Om het hart van homo’s – pastoraat aan homoseksuele jongeren, door Herman van Wijngaarden, medewerker van Hart van Homo’s. Een boek voor iedereen die met homoseksuele jongeren wil meelopen – en voor homoseksuele jongeren zelf. Met onder andere hoofdstukken over ‘Homo’s in de gemeente’, ‘Wie ben je als pastor’ en ‘Het doel van pastorale begeleiding’. Lees hier de aanbevelingen van dr. Henk van den Belt en dr. Maarten Kater.

Homo in de biblebelt – door Christine Stam (bestuurslid HvH)  en Ineke de Jong. In dit boek worden dertien homo’s geïnterviewd die uit de kast kwamen en in de kerk bleven. Vanuit hun geloofsovertuiging kozen zij ervoor om single te blijven. Een aantal van hen is betrokken geweest bij Hart van Homo’s.

Geliefdenomdat homoseksualiteit meer is dan een kwestie, door Preston Sprinkle.  In dit boek gaat Sprinkle uitgebreid – en op een oorspronkelijke manier – in op de vraag wat de Bijbel wel en niet zegt over homoseksualiteit. Ook de praktische kanten aan het onderwerp komen aan de orde. Lees hier een bespreking door ds. J.A. de Jong, bestuurslid van Hart van Homo’s.

Hoopvol leven – Gedachten over christelijke trouw en homoseksualiteit, door Wesley Hill– ‘Soms lijkt het erop dat je als christelijke gemeente moet kiezen: of trouw blijven aan het onderwijs van Jezus en de apostelen, of een veilig thuis bieden aan homo’s. Wesley Hill laat ons in dit openhartige en tegelijk hoopvolle boek zien dat het allebei kan’ (dr. Wolter Rose, bestuurslid van Hart van Homo’s, in zijn Woord vooraf. Lees hier een bespreking van Gert-Jan Schaap in Visie (EO).

Spiritual friendship – Finding Love in the Church as a Celibate Gay Christian, door Wesley Hill. Zoals de titel zegt: een  boek over vriendschap, waarin de auteur ook zijn eigen ervaringen verwerkt.

Single, gay, Christian –  a personal journey of faith and sexual identity, door Gregory Coles. Een kwetsbaar verhaal over geloof en homoseksualiteit, met een voorwoord van Wesley Hill (zie voorgaande twee boeken).

A War of Loves – The Unexpected Story of a Gay Activist Discovering Jesus, door David Bennett. David Bennett vertelt hierin wat het voor hem betekende toen hij van een atheïstische homo-activist christen werd. Het werd een reis van zoeken hoe hij zijn geloof en seksualiteit met elkaar kon verenigen, maar vooral van het ontdekken van de hogere roeping van Jezus Christus.

Vernieuwd en onveranderd – Uit de kast, opnieuw geboren, en dan?, door Rachel Gilson. Rachel Gilson legt hier en daar andere accenten dan Hart van Homo’s, maar dat neemt niet weg dat dit boek zeker het lezen waard is.  Lees hier de bespreking door Herman van Wijngaarden in het Reformatorisch Dagblad.

Ongeordende liefde – Wim Houtman in gesprek met Antoine Bodar. Over homoseksualiteit, geloof, kerk en samenleving. In 2018 verscheen een tweede, herziene druk van de oorspronkelijke uitgave uit 2006. Ook Hart van Homo’s wordt genoemd.

Een onwaarschijnlijke bekering – Het verhaal van een hoogleraar Engels die het christelijk geloof ontdekt, door Rosaria Champagne Butterfield. De lesbische hoogleraar Rosaria Champagne Butterfield was hoogleraar aan een vooraanstaande universiteit en nam actief deel aan de homo- en lesbogemeenschap. Dat veranderde toen ze toen ze tot bekering kwam. 

Verscheurd, door Justin Lee. Justin Lee groeide op in een ‘streng’ evangelisch milieu in de VS. In dit boek brengt hij er verslag van uit hoe hij door bijbelstudie tot de overtuiging kwam dat de Bijbel ruimte laat voor de homoseksuele relatie.

De veilige kerk – acceptatie van seksuele diversiteit binnen de christelijke geloofsgemeenschap, door John LapréDe auteur vertelt zijn eigen verhaal over homoseksualiteit en bepleit dat de kerk ruimte laat voor verschil van mening over dit onderwerp. Lees hier een bespreking van Herman van Wijngaarden in het Reformatorisch Dagblad.

#Hoe dan? – Gids voor een veilig gesprek over kerk, geloof en lhbt+, door Joël Boertjens. De schrijver wil mensen en kerken ondersteunen om vanuit hun eigen geloofsovertuiging een dialoog op gang te brengen tussen de verschillende visies over homoseksualiteit

Spiritual Friendship

Spiritual Friendship

Hart van homo´s logo

Spiritual Friendship

Spiritual Friendship

Verwante organisaties

Een website waarmee we ons in het bijzonder verwant voelen, is die van Spiritual Friendship. Er staan veel mooie artikelen op over single-zijn en vriendschap, onder andere van Wesley Hill en Mark Yarhouse. Je Engels moet wel een beetje goed zijn…

Ook in de Engelse homo-organisatie Living Out herkennen we ons als medewerkers. Er zijn wel verschillen, bijvoorbeeld dat wij er minder moeite mee hebben om onszelf ‘homo’ te noemen (liever dan: ‘mensen met homoseksuele gevoelens’ of ‘mensen met Same Sex Attraction).

Ten slotte noemen we de Amerikaanse beweging Revoice. Op hun website vind je veel inspirerende getuigenissen van christen-homo’s. Ook hier zijn er trouwens verschillen. Sommige sprekers doen wel erg enthousiast over hun homo-zijn…

Waar vind ik hulp?

Waar vind ik hulp?

Hart van homo´s logo

Waar vind ik hulp?

Waar vind ik hulp?

Als je daar behoefte aan hebt...

Sommige jongeren raken er helemaal van in de knoop als ze ontdekken dat ze homo zijn. Andere kunnen het min of meer gemakkelijk accepteren. Geen van beide is raar. Goed om erbij stil te staan of je (professionele) hulp nodig hebt. En zo ja, waar je die kunt vinden!

Sommige ouders beginnen gelijk over ‘hulp zoeken’ als een zoon of dochter vertelt dat hij/zij homo is. Dat is goed bedoeld, maar soms vergeten ze te vragen of hun zoon/dochter daar wel behoefte aan heeft. Dat hoeft namelijk helemaal niet het geval te zijn. Misschien is het voor jou genoeg dat je er gewoon eerlijk over kunt zijn; verder zit je er niet zo mee. Laat je dan niet aanpraten dat je naar een psycholoog moet ofzo.

Naar je luisteren

Maar het is ook niet vreemd of zwak als je wel hulp nodig hebt. Veel homo-jongeren hebben een laag zelfbeeld, omdat ze ervaren dat ze ‘anders dan anderen’ zijn. Er zijn er ook die heel lang met hun geheim rondlopen. Ze hebben niet de moed om het aan ouders of anderen te vertellen. Ze zijn bang voor de reacties, bang voor het etiket. Het is dan een eenzame strijd – vol vragen over jezelf en over de toekomst.

Als je moeite hebt met het verwerken van de ontdekking dat je homo bent, of als je het niet aan je ouders durft te vertellen, is het goed om hulp te zoeken. Dat kan zijn bij iemand die je goed kent, bijvoorbeeld uit je vriendenkring of bij je predikant, voorganger of wijkouderling. Het is belangrijk dat je je zorgen en vragen kunt delen met iemand die je vertrouwt; iemand die je raad en steun kan geven.

Alleen al het feit dat mensen naar je luisteren, er voor je willen zijn en met je willen bidden, kan je leven een positieve wending geven.

Hulpverleners

Maar niet iedereen wil hulp van een bekende of van iemand uit bijvoorbeeld de kerkelijke gemeente. Misschien ben je toch bang om afgewezen te worden. Of je bent bang dat die ander jouw geheim niet geheim zal houden.

Heb je hulp nodig maar vind je hulp vanuit je eigen netwerk geen goed idee, dan is het voor jou beter om hulp te vragen aan iemand die wat verder van je afstaat (iemand die niet behoort tot je directe omgeving).

Het is goed om eerst naar de huisarts te gaan, die kan meedenken of er professionele hulp nodig is. Hij kent jouw achtergrond, die van je woonplaats en misschien ook nog wel van de kerk.

Homoseksualiteit is een risicofactor voor psychiatrische stoornissen als depressie, sociale fobie en gebruik van alcohol en drugs. Dit gaat over ruim een derde van de totale groep (bron: Trimbos Instituut Utrecht). Als daar bij jou sprake van is, bespreek dan ook dit met de huisarts.

Minderheidsstress is een belangrijke oorzaak van psychische problemen bij homo’s. Dat kan bijvoorbeeld gaan om gepest worden op school, vervelende dingen horen in de kerk, of uitgestoten worden door de familie. Maar ook in de sport of op straat kun je te maken krijgen met discriminatie. Het gebeurt overal, ook al is de tolerantie groot in Nederland.

Het voordeel van professionele hulpverleners is, dat ze beroepsgeheim hebben. Zonder jouw toestemming mogen ze niet met anderen over jou praten. Het is belangrijk dat je een klik hebt met de hulpverlener. Alleen dan is er ruimte om je hart echt te luchten, en om samen te werken aan jouw vragen en problemen. Zoek een andere hulpverlener als de klik er niet is.

Zoek je professionele christelijke hulp dan kun je terecht op de site www.nvvch.nl of op www.ikzoekchristelijkehulp.nl

Niks mis met (on) getrouwd zijn

Niks mis met (on) getrouwd zijn

Hart van homo´s logo

Niks mis met (on) getrouwd zijn

Niks mis met (on) getrouwd zijn

Paulus in 1 Korinthe 7

In principe is er niks mis met seks of getrouwd zijn. Het is een gave van God. Toch zegt de apostel Paulus in 1 Korinthe 7 dat het ‘goed’ is om geen seksuele relatie aan te gaan (in bijbelse taal: niet te trouwen). Rare man, toch, die Paulus…
1 Korinthe 7 is moeilijk te begrijpen, zeker voor een kerk die ervan uitgaat dat in principe iedereen trouwt. Voeg daarbij de gedachte dat seks onmisbaar is (wat tegenwoordig luid verkondigd wordt) en je kunt snel de indruk krijgen dat Paulus een boodschap brengt die op z’n minst niet doorsnee is.

Nogal ‘dubbel’
Nu moet je wat Paulus in dit gedeelte over het huwelijk en over seksualiteit schrijft, lezen tegen de specifieke achtergrond van hoe men er in de gemeente van Korinthe over dacht. Dat was nogal ‘dubbel’.

In het kort kwam het erop neer dat ‘geloof’ en ‘seks’ twee verschillende werelden waren die niet konden samengaan. ‘Geloof is van de Geest en seks is van het vlees.’ Die gedachte uitte zich op twee heel verschillende manieren.

Aan de ene kant vonden ze het huwelijk iets minderwaardigs, iets van het vlees met al zijn hartstochten. Eigenlijk kon je als man dus maar beter ongetrouwd blijven en geen vrouw aanraken (vers 1). Gevolg was dat veel christenen die als heiden tot bekering waren gekomen, hun huwelijk niet in ere hielden (niet meer samenleefden).

Minder belangrijk?
Tegelijkertijd ontstond er – aan de andere kant – een praktijk dat sommigen de seksualiteit dan maar buiten het huwelijk gingen halen: bij de hoeren. Zo van: binnen de invloedssfeer van de gemeente (de Geest) kun je er niet meer aan doen, maar hoe je er daarbuiten mee omgaat, doet er niet zoveel toe – dat is toch maar het terrein van het vlees en dus minder belangrijk.

Paulus kijkt er heel anders naar. Geloof en seks zijn niet twee gescheiden werelden. Tenminste, dat horen ze niet te zijn. Hoe moet je seks dan als christen waarderen? Uit 1 Korinthe 7 kun je drie belangrijke statements halen.

1. Seks is goed

Om te beginnen moet duidelijk zijn dat Paulus op zich niks tegen seks heeft. Mensen die getrouwd zijn, beveelt hij zelfs aan om er (binnen hun huwelijk!) zonder negatieve gevoelens van te genieten. In de gemeente van Korinthe waren er mensen die vonden dat seksuele gemeenschap iets ongeestelijks was, maar in die gedachtegang gaat Paulus dus niet mee. Voor mensen die getrouwd zijn, is seks goed.

2. Ongetrouwd zijn is ook goed

Paulus gaat een beetje mee met de christenen in Korinthe. Hij is het met hen eens dat ongetrouwd zijn óók goed is. Niet omdat er wat mis is met seksualiteit (wat de Korinthiërs dachten), maar gewoon omdat het huwelijk niet alléén ‘zaligmakend’ is. God roept sommige mensen tot het huwelijk en andere niet.

Verderop in 1 Korinthe 7 blijkt dat die tweede groep volgens Paulus op een bepaalde manier zelfs een streepje voor heeft: zij kunnen zich des te meer richten op de dienst aan God (vers 32)!

3. Je kunt leven zonder seks

Van mensen die ongetrouwd blijven, wordt vaak gedacht dat het mensen (moeten) zijn die niet zoveel behoefte aan seks hebben. Wat er ook waar is van die gedachte, het is níet wat Paulus in 1 Korinthe 7 zegt. Volgens Paulus is het gewoon goed om geen seks te hebben (‘geen vrouw aan te raken’, vers 1).

Dat is niet in de eerste plaats een kwestie van een behoefte die je wel of niet hebt, maar van een roeping die je wel of niet krijgt (zie het vervolg van 1 Kor. 7). Natuurlijk weet Paulus best dat seksuele gevoelens sterk kunnen zijn. Maar voor hem is dat nooit een excuus voor een bepaald gedrag. Integendeel, voor mensen die niet (kunnen of willen) trouwen, is er maar één weg met hun seksualiteit: onthouding.

Mag je jezelf bevredigen?

Mag je jezelf bevredigen?

Hart van homo´s logo

Mag je jezelf bevredigen?

Mag je jezelf bevredigen?

Je bent je hormonen niet kwijt

Stel dat je er als christen-homo voor kiest om geen seksuele relatie aan te gaan. Daarmee ben je je hormonen natuurlijk niet kwijt… Je lichaam vraagt er gewoon om om seksueel bevredigd te worden. Mag je jezelf dan bevredigen?

door Herman van Wijngaarden

In de Bijbel wordt nergens rechtstreeks over zelfbevrediging gesproken. In Genesis 38:1-10 gaat het er wel over, maar daar is het probleem niet de zelfbevrediging op zich. Wat God Onan kwalijk nam, is dat hij zijn zaad verspilde en geen kinderen wilde verwekken.

Indirect heeft de Bijbel er natuurlijk wél wat over te zeggen. Het gebod om seksueel rein te leven, heeft ook alles te maken met zelfbevrediging. De vraag is dus: hoe rein of onrein is zelfbevrediging?

Daarbij wil ik allereerst opmerken dat hier volgens mij het homo- of hetero-zijn geen principieel verschil maakt. Een ongetrouwde hetero staat wat dit betreft voor dezelfde vraag als zijn of haar homoseksuele ‘lotgenoot’. Wat voor de een geldt, geldt ook voor de ander. Beiden kunnen hun seksualiteit niet uiten in een seksuele relatie en voor allebei gelden dezelfde principiële grenzen. Ze zouden hierover dus heel goed met elkaar in gesprek kunnen gaan, als ze dat durven: hoe doe jij dat nou? Het is jammer dat dat nauwelijks gebeurt. Het is een beetje een taboe-onderwerp.

Kan het anders?

Er zijn ongetrouwde christenen die vinden dat ze zichzelf niet seksueel mogen bevredigen, omdat het per definitie gepaard gaat met seksuele fantasieën. Als dat zo is, is dat inderdaad een probleem, want dat lijkt op ‘naar iemand kijken om hem/haar te begeren’, wat Jezus verboden heeft (Matth. 5:28). En dus vechten ze ervoor om de zelfbevrediging uit te bannen. Sommigen lukt dat, anderen lijden hier de ene nederlaag na de andere: ‘Als het meezit, lukt het me twee weken om het niet te doen, langer heb ik het nog nooit volgehouden. Dan voel ik me weer heel schuldig.’

Kan het ook anders? Tiemen Westerduin en Ilonka Terlouw schrijven over dit onderwerp ook in hun boek Geloven in seks (uitg. Jes! – Zoetermeer, 2010). Ze hebben het dan over ongetrouwde hetero’s, maar je kunt hetzelfde zeggen voor homo’s. Volgens Tiemen en Ilonka mag je ernaar streven ‘dat als je jezelf bevredigt, je dat doet zonder je over te geven aan allerlei fantasieën. Beheers je gedachten wanneer je aan zelfbevrediging doet. Misschien klinkt je dat vreemd in de oren. Je denkt dat het onmogelijk is. Maar het kán! Je kunt je gedachten richten op wat je voelt, op je lichaam en wat daarmee gebeurt. En dat hoeft zeker niet onprettig te zijn!’ (pag. 135).

Stotige bok

Voor een ongetrouwde christen is er dus ruimte om zichzelf te bevredigen. Nu zullen er christen-homo’s zijn die zeggen: ‘Op deze manier, zonder seksuele fantasieën, gaat mij dat nooit lukken, dus ik blijf er liever voor vechten er helemaal mee te stoppen.’ Dat kan! Het is ook niet makkelijk om er op deze manier mee om te gaan. Misschien is het zelfs moeilijker, omdat een principieel ‘nee’ duidelijker is. Wie er niet (meer) naar streeft te stoppen met zelfbevrediging, neemt daarmee de uitdaging op zich om er op een verantwoorde manier mee om te gaan. Dat is lastig, omdat er dan geen duidelijke regels te geven zijn. Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Toch zou uiteindelijk wel eens veel ‘effectiever’ kunnen zijn. De meeste jongeren die ervoor vechten om zichzelf niet te bevredigen, slagen daar niet in. Het enige wat hen dat oplevert, is: frustratie op frustratie. En niet zelden leidt dat juist tot wat ze niet willen: verslaving aan zelfbevrediging. Hoe raar het ook klinkt, misschien is hier het volgende gezegde wel van toepassing: ‘een stotige bok kun je ’t beste maar tegen je aandrukken’. Iets wat lastig is (een wilde, stotige bok) zijn we geneigd op een afstand te houden. Maar juist dan doet die ‘bok’ wat hij zelf wil en kun je hem niet onder controle houden. Pas als je hem tegen je aandrukt (dicht bij jezelf houdt) slaag je erin om er de baas over te zijn. Vandaar: houd zelfbevrediging niet op een afstand, maar zorg dat je er de baas over bent. Uiteindelijk kun je er dan vrij ontspannen mee omgaan.

Een paar tips

Verslaafd zijn aan zelfbevrediging is niet goed. En ook onreine fantasieën moet je zien te vermijden. Vanuit die twee stelregels geeft Jordy Kroon in Jongens met lef – Gods uitdaging voor jou vijf tips, ‘zodat je scherp naar je eigen praktijk van zelfbevrediging kunt kijken’ (pag. 121). Ik geef ze graag door.

  1. Ik zei al: we worden erg geprikkeld door wat we zien. Als je de drang hebt om jezelf te bevredigen, vraag jezelf dan eens af: waar komt dit verlangen vandaan? Komt dit doordat ik me deze dag heb gevuld met allerlei seksueel getinte plaatjes, gedachten, et cetera. Of is het een natuurlijk verlangen van mijn lichaam?
  2. Ik geloof dat zelfbevrediging mogelijk is zonder fantasieën over een vrouw [of jongen – HvW]. Je kunt je gedachten richten op wat je voelt, op je lichaam en wat daarmee gebeurt. Zorg dat je jezelf traint om geen onreine gedachten te hebben tijdens het bevredigen.
  3. Zorg ervoor dat je geest de baas is over je lichaam. Ik bedoel hiermee dat je sterk genoeg bent om ‘nee’ te zeggen als je lichaam schreeuwt om zelfbevrediging. Anders word je een slaaf van je eigen lichaam.
  4. Stel jezelf geen te hoge eisen. Als je het nu doet zodra je er zin in hebt, misschien wel meerdere keren per dag, spreek dan met jezelf af dat je het voortaan één keer per dag doet (en dan ‘mag’ het ook). Als je dat lukt, probeer het dan te verminderen naar één keer per twee dagen, en ten slotte misschien naar één of twee keer per week. [-]
  5. Durf God te betrekken bij je lichamelijke verlangens. Bespreek zelfbevrediging met Hem. Zo betrek je God door je hele leven heen, ook op seksueel gebied.

Dit artikel is een gedeelte uit hoofdstuk 5 van het boekje ‘Oké, ik ben dus homo’ van Herman van Wijngaarden.

Gave van de onthouding?

Gave van de onthouding?

Hart van homo´s logo

Gave van de onthouding?

Gave van de onthouding?

Of is het een opgave...?

Hoe kun je ervoor kiezen geen seksuele relatie aan te gaan als je niet de gave van de onthouding hebt? Dat is een vraag die nogal eens bovenkomt als het binnen de kerk gaat over homoseksualiteit.

door Herman van Wijngaarden

Laten we duidelijk zijn: het is niet makkelijk om door het leven te gaan zonder seksuele relatie. Mag en kan je dat wel van jezelf vragen? Het antwoord daarop moet ieder natuurlijk voor zichzelf geven. Wat ik hier aan de orde wil stellen is alleen of de ‘gave van de onthouding’ daar wel iets mee te maken heeft.

Gave van God

Er wordt wel gezegd dat sommige mensen geen behoefte hebben aan een seksuele relatie. Omdat zij de zogenaamde ‘gave van onthouding’ hebben, kunnen ze als ongetrouwde door het leven gaan.

Deze gedachte is vooral gebaseerd op 1 Korinthe 7:7, waar de apostel Paulus zegt: ‘Want ik zou wel willen dat alle mensen waren zoals ikzelf [namelijk ongehuwd], maar iedereen heeft zijn eigen genadegave van God, de één op deze wijze, de ander op die wijze.’

Maar als je dit vers goed leest, zie je dat Paulus de uitdrukking ‘gave van onthouding’ helemaal niet gebruikt. Hij vergelijkt alleen de positie van de getrouwden met die van de ongetrouwden. Je hebt de gave van het getrouwd-zijn én de gave van het ongetrouwd-zijn. In welke positie je je ook bevindt, het is een gave van God.

Niet beheersen

De meeste ongetrouwde mensen hebben ondertussen wel degelijk seksuele gevoelens die ze het liefst bevredigd zien in een relatie. Ik ben zelf in ieder geval nog geen enkele single tegengekomen die van zichzelf zegt: ‘Gelukkig heb ik ook niet zoveel behoefte aan seks.’ Seksuele onthouding is voor hen vooral een opgave.

Dat is dan ook precies waar Paulus het in 1 Korinthe 7 over heeft. Hij presenteert seksuele onthouding niet in de eerste plaats als een gave (hoewel je het zo kunt leren zien), maar als een opgave – een opdracht voor mensen die niet (kunnen of willen) trouwen.

Als je seks wilt, moet je trouwen. Ben je niet getrouwd, dan moet je je onthouden. Dat is letterlijk wat er staat in het beroemde vers 9: ‘Als zij [de ongetrouwden] zich niet beheersen, laten zij dan trouwen, want het is beter te trouwen dan te branden.’

Over dat vers zijn al heel wat mensen gestruikeld, omdat ze er iets in lezen wat er niet staat. Of beter: wat de meeste bijbelvertalingen ervan gemaakt hebben. Zelfs de HSV heeft ervoor gekozen om in deze teksten woorden toe te voegen die er in het Grieks niet staan. Hieronder staan ze vetgedrukt.

‘Als zij zich niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen, want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.’

Het woord kunnen staat er in het Grieks niet. Logisch, want Paulus heeft het in 1 Korinthe 7 niet over mensen die zich niet kunnen beheersen, maar over mensen die zich niet willen beheersen. Daarvan zegt hij: ‘Als je je niet wilt beheersen, moet je trouwen. Wil (of kan) je niet trouwen, dan moet je je beheersen.’

Maar heb je dan niet het probleem dat je van begeerte zult branden? Misschien wel, maar Paulus heeft het daar in deze tekst niet over. Hij zegt helemaal niet dat je van begeerte zult branden, ook die woorden staan er in het Grieks niet. Hij zegt: je zult branden, namelijk aan het vuur van Gods gericht.

In de praktijk
Ik geef toe: het is een beetje een theoretisch verhaal. Hoe het in de praktijk werkt, kan een heel ander verhaal zijn. Juist omdat er volgens mij geen ‘gave van de onthouding’ bestaat. Paulus heeft het er in ieder geval niet over. Wel over de opgave van de onthouding…