
Rosaria Butterfield
Rosaria Butterfield
Boek 'Vijf leugens ontmaskerd'
Nuances zijn aan Butterfield sowieso niet besteed. Het is voor haar duidelijk: niet alleen homoseksuele daden zijn zondig, ook het homo-zijn op zich is dat. Homo-zijn vraagt maar om één ding: bekering. Wie deze gerichtheid bij zichzelf bemerkt, moet zich er daarom voor schamen en zich ervan afkeren. Let wel: ze doelt daarmee niet (alleen) op de zonde van de homoseksuele relatie, maar op de homoseksuele gerichtheid op zich. Wie er anders over denkt, verkondigt een valse leer, een leugen!
Lesbische relatie

Haar geschiedenis daarmee heeft ze eerder beschreven in haar autobiografie ‘Een onwaarschijnlijke bekering’ (uitg. De Banier). In ‘Vijf leugens ontmaskerd’ grijpt ze daar uitgebreid op terug. Kort gezegd komt het erop neer dat ze vroeger atheïst en lesbiënne was en toen tot bekering is gekomen. Daarop heeft ze radicaal gebroken met haar lesbische levensstijl. Ze is nu getrouwd met een man.
Hoe het precies zit of zat met haar lesbische gevoelens, wordt in geen van beide boeken helemaal duidelijk. Opvallend genoeg schrijft ze in ‘Vijf leugens’: ‘Op de universiteit had ik vriendjes en noemde ik mezelf heteroseksueel.’ Daarna heeft ze -– onder invloed van haar toenmalige feminisme? – een lesbische relatie gehad, maar het zou dus kunnen dat ze nooit exclusief lesbisch is geweest. Sowieso lijkt me haar levensgeschiedenis niet representatief voor dat van iedere christen die bij zichzelf homoseksuele gevoelens gewaarwordt. Zelf zal ze zeggen van wél, want zoals zij afstand heeft genomen van haar lesbische gevoelens, moet elke christen dat do
Polariserend
Nu kan ik dat zelf wel langs me af laten glijden, maar dat geldt niet voor iedereen. Ik heb al een paar reacties gehad van (ouders van) reformatorische homo’s die door Butterfield uit hun evenwicht zijn geraakt. Ze willen vasthouden aan de visie dat de Bijbel geen ruimte laat voor de homoseksuele relatie, maar vragen zich af: kan dat alleen op de manier van Butterfield? Hoe dan?
Onwaarheden
De stroming waar Hill en Revoice voor staan, vergeet volgens Butterfield ‘dat het bij zaligmaking allereerst gaat om bekering’ en ‘ontkent de kracht van toenemende heiliging’. Ze durft zelfs te zeggen dat deze stroming ‘de Bijbelse dogma’s van zonde, berouw en heiliging onnodig acht.’ Wie Wesley Hill gelezen heeft, kan niet anders dan concluderen dat dit een valse beschuldiging is! Op vergelijkbare manier staat (dit deel van) ‘Vijf leugens ontmaskerd’ vol met andere onwaarheden en karikaturen.

Vooronderstelling
Het lastige is dat Butterfield bij haar visie op homoseksualiteit uitgaat van een vooronderstelling die nergens expliciet wordt gemaakt, maar ondertussen helemaal niet vanzelfsprekend is. Je kunt er in ieder geval vragen bij stellen zonder dat je daarmee noodzakelijkerwijs tegen de Bijbel ingaat. Ze schrijft: ‘Op tal van plaatsen laat de Bijbel duidelijk en zonder dat het misverstand oproept, zien dat homoseksualiteit een seksuele zonde is.’ Nogmaals: met ‘homoseksualiteit’ bedoelt Butterfield ook de homoseksuele gerichtheid, dus dat je valt op hetzelfde geslacht, zonder dat je dat per se uitleeft in een homoseksuele relatie. Vervolgens citeert ze een pagina lang bijbelteksten die allemaal gaan over het feitelijk seks hebben met hetzelfde geslacht. Deze teksten bewijzen voor haar dat ook de homoseksuele gerichtheid zonde is.
Seksuele begeerte
Als een heteroman een vrouw mooi vindt, is dat een seksueel gevoel, het hoort bij zijn seksueel-zijn. Waar het om spant, is dat hij dat gevoel niet mag laten uitgroeien tot een seksuele begeerte. Want daarmee komt hij in conflict met wat Jezus zegt in Mattheüs 5 vers 28: ‘Al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.’ Het probleem is niet het ‘kijken’ op zich, maar het ‘kijken om te begeren’. Kijken kan gevaarlijk zijn, maar het is op zich geen zonde om te zien dat iemand aantrekkelijk is. Waarom zou dat voor een homo anders zijn?
Dyslectische tiener
Het gaat me er nu niet om dat ik het gelijk van mijn visie wil bewijzen. Wat me bevreemdt, is dat Butterfield met deze visie totaal niet in gesprek gaat. Als je niet beter wist, zou je denken dat ze er helemaal niet van op de hoogte is. Maar de personen die ze zo fel bestrijdt, hebben hier uitgebreid over geschreven. Ze lijkt dit bewust te negeren. Dat maakt het erg verleidelijk om andersom hetzelfde te doen.
Herman van Wijngaarden
1 februari 2025