Ondertussen kunnen we als we tweeduizend jaar later nadenken over homoseksualiteit nog wel het een en ander leren van het antwoord dat Jezus gaf op deze vraag over echtscheiding en van het verdere verloop van het gesprek. Jezus beantwoordt de concrete vraag niet met een eenvoudig Ja of Nee. Hij zet de vraag in een groter kader. En dan gaat het niet alleen maar over huwelijk en echtscheiding, maar ook over seksueel verkeer.
Het oorspronkelijke ontwerp van de Schepper
I. Jezus beantwoordt een actuele vraag door terug te gaan naar het begin van de geschiedenis van de mensheid, toen de Schepper de mensen mannelijk en vrouwelijk maakte
Jezus stelt eerst zelf een vraag waarin Hij een opvallende aanduiding voor God gebruikt: “Hij Die de mens gemaakt heeft”, in andere vertalingen, beter: “de Schepper”. Dit is de enige keer in de vier levensbeschrijvingen van Jezus dat we hem die aanduiding horen gebruiken. Volgens Jezus is het, als je bezig bent met vragen over echtscheiding, huwelijk en seksualiteit, belangrijk je te herinneren dat er een Schepper is, en dat Hij de mensen “in het begin” gemaakt heeft in tweevoud: “mannelijk en vrouwelijk”.
Eén man en één vrouw
Jezus vervolgt met een citaat uit het scheppingsverhaal in de eerste twee hoofdstukken van het boek Genesis: “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn”. Jezus veroorlooft zich een kleine toevoeging in de tekst uit het boek Genesis: de “twee”, de zojuist genoemde man en vrouw, zullen één worden, zegt Hij — terwijl er stond: “zij” zullen één worden.
Vanaf dit moment gaat het ook over seksueel verkeer. Het kan nauwelijks explicieter: het “één vlees worden”, de vereniging van twee mensen, inclusief de seksuele eenwording, vindt plaats in een verbintenis van één man en één vrouw, “die twee”.
Een levenslange verbintenis
Zo’n verbintenis is volgens Jezus meer dan een menselijk initiatief: de eenheid van één man en één vrouw gaat terug op de oorspronkelijke bedoeling van de Schepper. God heeft de regie, en dat heeft gevolgen, in de woorden van Jezus: “Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden”. Dat betekent dat echtscheiding een latere ontwikkeling is in de geschiedenis van de mensheid. Het is niet zoals de Schepper het oorspronkelijk bedoeld heeft.
II. Jezus is waar het gaat om huwelijk en echtscheiding strenger dan Zijn tijdgenoten, en ook nog eens strenger dan Mozes
Zoals gezegd, als het ging over wettige redenen voor een echtscheiding waren er twee verschillende richtingen. In Zijn antwoord sluit Jezus zich aan bij de strenge richting. En daarmee was Hij niet alleen strenger dan sommige van Zijn tijdgenoten.
Meegaandheid
Hij was ook nog eens strenger dan Mozes, de man die meer dan duizend jaar eerder de wetgeving van JHWH, de God van Israël, had vastgelegd, inclusief regelgeving rond echtscheiding.
De toestemming in de oude wetgeving om een vrouw te verstoten was een zaak van meegaandheid, zegt Jezus, vanwege het feit dat mensen “harteloos en koppig” zijn. En dan komt Jezus met Zijn antwoord op de vraag over wettige redenen voor echtscheiding: “Ik zeg u: wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis.” Met Jezus breekt een nieuw tijdperk aan, met een nieuwe radicaliteit van iemand die een profeet als Mozes was, maar tegelijk ook de meerdere van Mozes.
Strenger
Het was niet de enige keer dat Jezus strenger was over huwelijk en seksueel verkeer. In een lange toespraak die bekend is geworden als “De Bergrede” zei Jezus dat je niet alleen metterdaad overspel kunt plegen, maar ook met je gedachten, in je hart, door op zo’n manier naar iemand te kijken dat je de ander tot een voorwerp van seksuele begeerte maakt.
Op verschillende momenten in Zijn onderwijs hoor je als je goed luistert een echo van de Dekaloog. Bij het Zevende Gebod klinken in Jezus’ samenvatting opeens twee woorden: niet alleen “overspel”, zoals we gewend waren, maar nu ook — met excuses voor het ouderwetse woord — “onkuisheid” (bv. Matt. 15:19), een verzamelwoord voor elke variant van seksueel verkeer die God in de wetgeving van het volk Israël verboden had (in een andere vertaling wordt het weergegeven met “foute seks”).
Met andere woorden: je moet niet denken dat je het Zevende Gebod (“U zult niet echtbreken”) kunt afvinken als je nooit metterdaad seksuele omgang had met iemand anders dan degene met wie je getrouwd bent. En niet alleen getrouwde mensen, ook ongetrouwde mensen overtreden volgens Jezus het Zevende Gebod wanneer ze seks hebben met iemand met wie ze niet getrouwd zijn.