Jij en je zelfbeeld
De meeste homo’s zeggen – zeker in het begin: ‘Ik had liever geen homo willen zijn.’ Want het is gewoon lastig. Het kan ook zijn dat ze zich ‘minder’ voelen, of ‘zondiger dan andere mensen’. Het is dan moeilijk om een positief zelfbeeld te ontwikkelen.
In ‘Oké, ik ben dus homo – over homoseksualiteit en het volgen van Jezus’ schrijft Herman van Wijngaarden daarover het volgende.
Door God geschapen
Dat we door God geschapen zijn, betekent dat Hij ons heeft gewild. God wist dat jij homo zou zijn (misschien zelfs: geboren zou worden met een homoseksuele geaardheid) en dat was voor Hem geen belemmering om grootse plannen met jou te hebben. Als homo mag je met David zeggen: ‘HEERE, U doorgrondt en kent mij [-] U hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken’ (Ps. 103: 1b, 13, 14a).
Dat betekent niet automatisch dat er dús helemaal niks mis is met homoseksualiteit. We leven tenslotte ná de zondeval en sindsdien geldt van niemand dat hij ongeschonden ter wereld komt. Daarmee kom je op allerlei ingewikkelde vragen, die trouwens niet alleen gelden voor homoseksualiteit. Als iemand bijvoorbeeld slecht is in rekenen, heeft God dat dan zo gewild? Of dat iemand een hazenlip heeft? Heeft Hij hem of haar zo gemaakt? Aan de ene kant niet, want als er geen zondeval was geweest, waren er ook geen hazenlippen. Maar aan de andere kant toch ook wel. God vond het de moeite waard om jou geboren te laten worden, ook al heb je eigenschappen die je zelf misschien liever niet had gehad. Voor God ben je waardevol!
Daarmee willen we maar zeggen dat het geen zonde is om homo te zijn, iets om je schuldig over te voelen. Sommige christenen denken dat dat wél zo is. Die zetten homo’s in het rijtje van mensen die de neiging hebben tot stelen, of tot opvliegendheid, of tot hebzucht. Daarvan kun je zeggen dat God inderdaad niet wil dat mensen zo zijn. God maakt geen dieven, moordenaars of mensen-met-korte-lontjes. Maar Hij laat wel mensen geboren worden die goed of slecht zijn in rekenen; mensen die homo of hetero zijn; mensen die blind zijn of een hazenlip hebben; mensen die een heel mooi uiterlijk hebben of er maar ‘gewoon’ uitzien. Hoe dat allemaal zit, snappen we niet, maar het is een troost om te weten: ‘God houdt van me zoals ik ben.’
Zijn eigendom
Dat heeft nogal consequenties voor hoe jij als homo naar jezelf kijkt. Veel homo’s hebben er moeite mee om zichzelf te aanvaarden. Dat is begrijpelijk en daar hoef je ook niet simpel over te doen. Toch mag je proberen het jezelf eigen te maken: ‘God houdt van mij als homo, ik hoef mijn gevoelens voor Hem niet te verstoppen.’ Je mag geloven dat God er iets mee kan dat jij homoseksueel bent. Juist dáármee mag je God dienen.
Dat laatste mogen we trouwens nog wel even benadrukken. Dat je door God geschapen bent, betekent dat je niet van jezelf bent, je bent Zijn eigendom. Psalm 100 zegt dat heel mooi: ‘Dien de HEERE met blijdschap [-]. Weet dat de HEERE God is; Hij heeft ons gemaakt – en niet wij’ (vers 2-3). Je mag Hem dienen met alles wat in je is. En ook: daarvoor zal Hij je eens verantwoording vragen: ‘Wat heb je gedaan met het leven dat Ik je gegeven heb?’