Zeven tips voor vriendschappen
Goede vriendschappen overkomen je niet, die moet je zoeken, maken en onderhouden! Daarom zeven tips om in de gaten te houden.
1. Blijf jezelf – Sommige jongeren willen zó graag bevriend met iemand zijn, dat ze zich téveel aanpassen. Ze zeggen bijna nooit wat ze zelf leuk vinden. Ze doen wat die ander graag wil, ook al voelen ze zich daar niet echt lekker bij. Op de korte termijn ‘redden’ ze hun vriendschap daar misschien mee, maar het gaat een keer wringen. Die ander kan alleen echt bevriend zijn met ‘jouzelf’, niet met een ideaalbeeld van jou. Wees dus eerlijk.
2. Blijf bij Jezus – Een belangrijke vraag bij vriendschappen is of ze je niet bij Jezus vandaan trekken. Dat wil niet zeggen dat je alleen christelijke vrienden mag hebben, maar als een vriendschap ten koste gaat van jouw vriendschap met Jezus, is er iets mis! Laat je dus niet verleiden om dingen te doen die je als christen eigenlijk niet wilt doen.
3. Neem initiatief – Niks is zo vervelend in een vriendschap als dat het initiatief altijd van één kant komt. Kom dus zelf ook met ideeën, of daag de ander daartoe uit. Initiatief is ook nodig als je vrienden wilt maken. Stap eventueel gewoon op iemand af en maak een praatje of stel voor om iets samen te gaan doen. Oké, misschien klikt het niet of wijst die ander je af, maar dat risico hoort erbij.
4. De perfecte vriend bestaat niet (behalve Jezus dan) – Accepteer dat die ander niet volmaakt is, net zomin als jijzelf dat bent. Ook vrienden maken fouten. Wees dus altijd bereid om die ander te vergeven, als dat nodig is. En durf zelf ook ‘sorry’ te zeggen als je je vriend of vriendin pijn hebt gedaan.
5. Geef aandacht – Als het goed is, is het vanzelfsprekend: je wilt van de ander weten hoe het met hem of haar gaat. Toch wil dat er nog wel eens bij inglippen. Denk er dus bewust aan: ‘Weet ik hoe het echt met hem gaat?’ Laat de ander merken dat hij/zij waardevol voor je is en dat hij jou ter harte gaat.
6. Vraag aandacht – Het kan gebeuren dat die ander juist vergeet om belangstelling te hebben voor wat jou bezighoudt. Leg je daar dan niet bij neer, maar vraag om aandacht. Ook jouw verhaal mag er zijn. Als die ander daar te weinig oog voor hebt, mag je hem of haar dat leren: ‘Joh, ik vind het prettig als je ook eens naar dingen van mij vraagt.’
7. Ga niet claimen – Hoe close een vriendschap ook kan zijn, pas ervoor op dat je die ander gaat claimen. Dat is tenslotte het verschil met een huwelijk: als je getrouwd bent, is die ander exclusief jouw man of vrouw. Dat kun je van een vriend niet vragen of verwachten. Accepteer dat hij of zij ook andere goede vrienden heeft.