Een historisch boek

Lezing van Herman van Wijngaarden bij de presentatie van het boek ‘Homo in de biblebelt’ van Christine Stam en Ineke de Jong op 4 juni 2022. In dit boek doen dertien homo’s die er vanuit hun geloofsovertuiging voor kozen single te blijven, hun verhaal. Het boek is overigens niet verschenen onder verantwoordelijkheid van Hart van Homo’s.


Vandaag is een historische dag, een zeer bijzonder moment. Bij de verschijning van dit boek Homo in de biblebelt moet ik denken aan een artikel dat ik in september 2016 schreef op de website van Hart van Homo’s onder de titel ‘Waar zijn de single gays?’

Ik constateerde dat er toen, dus zes jaar geleden, nauwelijks of geen homo’s waren die ervoor kozen single te blijven én die daar open over durfden te zijn. Ik had (en heb) daar begrip voor, maar ik vond het ook jammer en eigenlijk zelfs erg. Ik citeer uit dat artikel.

Toch is het ook wel jammer. Het zou toch mogelijk moeten zijn dat je er als christen-homo open over bent: ‘Ik ben homo’, of: ‘Ik kies ervoor om geen seksuele relatie aan te gaan, omdat ik homoseksuele gevoelens heb!’ Niet om daarmee te koop te lopen, maar gewoon omdat je het niet nodig vindt het te verzwijgen. En ook omdat je omgeving er niet moeilijk over doet, maar je integendeel steunt. Hoe komt het dat die sfeer er onder ‘orthodoxe christenen’ nog zo weinig is?

Ik vind dat erg, onder andere hierom. Een gevolg ervan is dat jongeren die hun homoseksuele gevoelens ontdekken, nauwelijks of geen voorbeelden zien van homo’s die als single door het leven gaan en ‘toch’ (tegenwoordig kunnen weinig mensen zich dat nog voorstellen) gelukkig zijn. Niemand doet het hen voor. Niemand in hun omgeving kan of wil hen er iets over vertellen. Terwijl ze het zo ontzettend nodig hebben.

En nu, zes jaar verder, ligt er dit prachtige en historische boek. Ik ben daar echt ontzettend blij mee en ik wil de schrijvers, Christine en Ineke, een groot compliment maken voor dit initiatief en hoe ze het hebben uitgewerkt. Het is echt een prachtig boek geworden! Maar ook een compliment voor die twaalf single homo’s die – naast mij – hun verhaal hebben gedaan. Het zijn stuk voor stuk inspirerende getuigenissen, die mij erg bemoedigen.

Eerlijk zijn

Een vraag waar ik niet uit ben, is wat er in de afgelopen zes jaar is gebeurd waardoor dit boek mogelijk is geworden. Oké, er kwamen organisaties als Vernieuwd en Hart van Homo’s, maar of dat voldoende verklaring is, vraag ik me af. Zou het ook niet komen doordat de omstandigheden ons gedwongen hebben uit de kast te komen? Het is in deze tijd steeds moeilijker om homo te zijn, ervoor te kiezen single te blijven en ondertussen net te doen alsof er niks aan de hand is. We hebben het nodig om eerlijk te kunnen zijn over onszelf, en om onze vragen en moeiten te delen met onze christelijke omgeving. Want zonder de steun van onze omgeving houden we het menselijkerwijs gesproken niet vol.

We hebben het nodig om eerlijk te kunnen zijn over onszelf,
en om onze vragen en moeiten te delen met onze christelijke omgeving.

Ik haast me om bij bovenstaande even een kanttekening te maken. Ik zei dat we het nodig hebben om onze moeiten en vragen te delen met onze omgeving. Want die moeiten en vragen zijn er. Toch ben ik blij dat er in het boek ook luchtigheid zit. Ik herken me in wat Henry Bax bijvoorbeeld zegt: ‘Als reformatorisch christen ervaar ik mijn homo-zijn niet per se als zwaar. Ik vind het daarom fijn wanneer mensen om mij heen het niet als een zwaarbeladen thema zien. Er mag van mij wel een stukje luchtigheid zitten in de benadering van homo’s die vanuit een Bijbels principe alleen blijven.’ Ik bagatelliseer de moeiten niet, maar ik ben blij dat het boek laat zien dat je als single homo gewoon gelukkig kan zijn.

‘Gezeik!’

Ondertussen is nú al duidelijk dat dit boek niet door iedereen positief wordt ontvangen. Er zijn mensen die het bijna niet verdragen dat we ons verhaal doen. Kijk maar naar de reacties die bij het interview met Ineke en Christine geplaatst zijn op de Facebookpagina van het RD. Er zijn ook positieve reacties, maar je vindt ook reacties als: ‘Gezeik!’, ‘Schokkend!’ en: ‘Verschrikkelijk! Hoe durven ze!’

De zogenaamde christelijke homolobby doet daar soms aan mee. Terwijl in dit boek nergens afgegeven wordt op homo’s die een andere keuze maken, wordt dat andersom wél gedaan. En het Nederlands Dagblad plaatste bij het interview met Ineke een reactie van Wielie Elhorst, die gelijk voor het ‘nodige’ tegengeluid mag zorgen. Hij betreurt het ‘als het niet hebben van een relatie vanwege een religieuze overtuiging als een serieuze optie wordt overwogen.’ Zijn onze verhalen dan zó gevaarlijk dat ze niet op zichzelf mogen staan?

‘Er mag van mij wel een stukje luchtigheid zitten
in de benadering van homo’s die vanuit een Bijbels principe alleen blijven.’

Dat brengt me op de toch wel lastige positie van ons als homo’s. We maken ons er niet populair mee. Om te beginnen begrijpen veel mensen in de kerk ons niet. Gelukkig gaat het wat dat betreft beter, maar de interviews geven nog steeds voorbeelden van pijnlijke kortsluiting. Lees alleen het verhaal van Dustin Burggraaf maar, goed dat dit er ook in staat. Maar ook in andere verhalen komen voorbeelden voor.

Daarnaast begrijpt ook de wereld ons niet. Gerrit van den Berg heeft het in dit verband over ‘tussen twee vuren’: Ik zit naar mijn gevoel tussen twee vuren in. Aan de ene kant heb je de reformatorische wereld met zijn stellige overtuigingen. Aan de andere kant heb je die tolerante mensen, die zonder dat ze het doorhebben, juist superintolerante opmerkingen naar mij maken.’ Anderen maken dergelijke opmerkingen.

Tussens

‘Tussen twee vuren’. Ik heb in het boek gekeken naar plaatsen waar het woord ‘tussen’ nog meer gebruikt wordt. Ik kwam op dat spoor door een opmerking die op de één na laatste pagina gemaakt wordt door Jaco Boer. Die bleef bij mij haken: ‘Wij zijn een tussen-wal-en-schip generatie.’ Hij bedoelt daarmee de generatie tussen de tijd waarin het bijna onmogelijk was om over je homo-zijn te praten en de tijd waarin het veel makkelijker is. Wij zitten daar precies tussenin. Dat vond ik wel een rake typering. Ongetwijfeld heeft hij gelijk. Misschien is een boek als dit daarom over vijf jaar niet meer nodig, omdat er voldoende openheid is onze kringen is gekomen.

Aan de andere kant denk ik dat het ‘tussen twee vuren’ van Gerrit over vijf jaar niet verdwenen zal zijn. Integendeel, het zou wel eens scherper kunnen worden. Dat heeft te maken met nog een paar andere ‘tussens’ die ik in de interviews tegenkwam, onder andere in de bijdrage van Saúl de Boer. Hij heeft het over het spanningsveld tussen theologisch denken en barmhartig denken, en over de spanning tussen wereldse en bijbelse rechtvaardigheid.

Dat zijn ‘tussens’, noem het spanningen, waar wij als christen-homo’s niet vanaf zullen komen. Dit boek is wat dat betreft heel eerlijk. Op allerlei manieren kom je tegen dat het lang niet altijd makkelijk is om als homo uit overtuiging te kiezen voor een leven als single. Er is een spanning – niet alleen tussen kerk en wereld – maar soms ook tussen wat we zelf verlangen en wat God van ons vraagt. Peter Stolker heeft het in dit verband over de strijd tussen – alweer een ‘tussen’ – tussen de oude en de nieuwe mens.

Waarom?

Die soms zware strijd brengt in zeker zes interviews de vraag boven: ‘Waarom ben ik eigenlijk homo?’ Wat is Gods bedoeling ermee? Opvallend trouwens dat Hilbert en Gerrit daar een vrij positief antwoord op geven. Hilbert de Vos zegt: ‘Ik geloof dat mijn geaardheid een gave is die God kan inzetten om voor andere mensen tot een zegen te zijn.’ En Gerrit van den Berg zegt zelfs: ‘Soms ben ik dankbaar dat ik homo ben. Mijn geaardheid en mijn karakter zijn volledig met elkaar verweven. Daarom kan ik dit mooie werk doen.’ Maar in andere interviews lijkt de vraag ‘Waarom ben ik homo’?’ toch een open wond.

Nou moet ik oppassen dat ik hier een simpel antwoord op ga geven. Dat wil ik dus niet doen. Het antwoord kan voor de één ook anders zijn dan voor de ander – áls er al een antwoord is. Maar toch wil ik zeggen dat ik het boek als een groot getuigenis zie van het feit dat God ons homo-zijn gebruikt.

Ik geloof dat mijn geaardheid een gave is
die God kan inzetten om voor andere mensen tot een zegen te zijn.’

Pieter Kieviet zegt dat God het kruis van zijn homo-zijn gebruikt om hem heel dicht bij God te houden. En Anton de Bruijn vertelt: ‘Waarom ben ik homo?’ wordt voor mij beantwoord met: ‘Omdat je daarmee dagelijks naar God toe moet. Om daar je kracht en verbinding te halen.’ [einde citaat] Maar misschien moeten we het doen met de conclusie die Peter Stolker trok: ‘Jezus kwam niet naar de aarde om mij uit te leggen hoe het precies zit. Maar Hij ging naar het kruis om mijn zonden weg te dragen. Toen dat tot me doordrong, heb ik gezegd: “Het is goed, Heere. Ik kom met hangende pootjes bij U terug.”’

Ik hoop dat we allemaal dit boek in ieder geval als een bemoediging zullen zien om de weg te gaan die we tot nu toe zijn gegaan. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat we een goed verhaal hebben. Laten we dat niet vergeten. We hebben bijbels-theologisch gezien een goed verhaal. Onze keuze klopt met wat God in Zijn Woord zegt over homoseksualiteit en over gehoorzaamheid, kruisdragen, zicht op de toekomst, genade, gemeenschap en vriendschap. Het is beslist niet zo dat je er een obscure lezing van de Bijbel op na moet houden, om te verantwoorden waarom we leven zoals we leven. Het klopt gewoon.

Perspectief

Maar belangrijker is dat God een mooi verhaal door ons leven heen schrijft. Het is zeker een verhaal met ups en downs, maar het is beslist een verhaal met perspectief. Dat is niet aan onszelf te danken, want wij schrijven dat verhaal niet zelf. Het is echt Gods genade die mag schitteren in onze levens. Niet voor niets halen (ik meen) vier personen 2 Korinthe 12:9 aan: ‘Maar God heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg.’

Het is belangrijk dat we elkaar dit blijven voorhouden. Want vanzelf zal het nooit gaan. We hebben voortdurend de hulp van Gods Heilige Geest nodig, die daarvoor mede-homo’s en mede-gelovigen inschakelt. En hopelijk ook de organisaties Struggel, Vernieuwd en Hart van Homo’s. Dat gold en geldt voor de tussengeneratie, het zal ook gelden voor de generaties na ons.

[16 juni 2022]