Vier adviezen voor het gebed
Vergeet in je zoeken naar God en Zijn wil vooral ook het gebed niet. Vind je dat lastig? Een stimulans om het vooral toch te doen!
door ds. M. Klaassen
Vier adviezen
Jezus heeft ons een aantal waardevolle adviezen gegeven die je kunnen helpen in je gebedsleven of in het ontwikkelen van het gebedsleven. Geen moeilijke, abstracte regels, maar een aantal eenvoudige, wijze uitgangspunten. Ze staan in Mattheüs 6:6-8.
Mattheüs 6
6 Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden.
7 Als u bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden.
8 Word dan aan hen niet gelijk, want uw Vader weet wat u nodig hebt, voordat u tot Hem bidt.
1. Zoek de afzondering
Om te bidden, moet je je kunnen concentreren. Zelfs als het stil is, is dat al moeilijk genoeg. Hoe makkelijk dwalen je gedachten niet af?! Dat is zeker zo als het niet rustig om je heen is. Daarom: zoek afzondering, een plek waar anderen je niet zien.
Wáár precies is niet belangrijk. In een joods huis was dat vaak de opslagruimte waar voorraad bewaard werd. Jezus klom op een berg, Petrus op het dak – dat maakt niet zoveel uit. Als het maar een plek is waar je even alleen kunt zijn, waar niemand je ziet of hoort.
2. Neem tijd
Als je goed wilt bidden, lukt je dat meestal niet in een paar minuten. Als je God wil danken voor Zijn zegeningen; als je je zonden en tekortkomingen wil belijden; als je je noden en vragen wil uitspreken, dan heb je daar tijd voor nodig.
Een van de belangrijkste strijdpunten voor een christen is discipline ontwikkelen. Hoe vaak gebeurt het niet dat de stille tijd het slachtoffer wordt van je drukke agenda? Dat is tot grote schade van jezelf en je geestelijk leven.
Een christen zonder gebed is als een soldaat die zonder wapenrusting midden op het slagveld staat. Wees diep overtuigd van de absolute noodzaak van het gebed. Want als je daarvan overtuigd bent, dan zul je ook tijd vinden. Tijd is altijd prioriteit. Wat vind ik het belangrijkste? Als de Heere de belangrijkste voor je is, dan zul je tijd voor Hem maken.
3. Wees je ervan bewust wat je doet
Naast afzondering en tijd heb je ook bewustwording nodig. Als je bidt, spreek je tot God. Niet tot een God die ver weg is, maar een God die zeer nabij is. Hij ziet je, zegt Jezus: ‘Uw Vader die in het verborgene ziet!’ (Matth. 6:6). De God tot wie je bidt is alwetend. Hij weet alles en ziet alles. Hij kent en doorgrondt je.
Eigenlijk zou je, voordat je gaat bidden, tegen jezelf moeten zeggen: ‘Ik ga nu bidden. Ik ga spreken tegen God. Hij ziet me; Hij weet wat er gebeurd is; Hij weet wat er door me heen gaat; Hij weet hoe ik me voel. Hij is hier en Hij wil luisteren’. Als je dat beseft, dan ga je anders bidden.
Waarom dan nog bidden, als God alles al weet? Het doel van je gebed is niet zozeer God informeren – inderdaad, Hij weet alles al. Het gaat in het gebed vooral om de relatie: de relatie met Iemand die jou kent! Daarom is het belangrijk dat je je dat bewust bent. Dat geeft rust en troost. Dan mag je zeggen: ‘Heere, u weet alle dingen. U weet wie ik ben, U weet hoe ik me voel’. ‘Heer, die me kent zoals ik ben, dieper dan ik mezelf ooit ken’ (Psalm 139 vers 1, nieuwe berijming).
4. Vertrouw op de Heere
Om te bidden heb je tenslotte vertrouwen nodig: het vertrouwen van een kind op zijn vader. Het bidden van een christen is als het praten van een kind met zijn Vader. ‘Uw Vader’, zegt Jezus steeds. God is de Vader van Zijn kinderen. Dat betekent: als je een kind van God bent, mag je geloven: God is mijn Vader. Hij weet wat ik nodig heb, Hij weet wat goed voor me is.
Jezus zegt in Mattheüs 6 vers 26: als God zorgt voor de vogels in de lucht, zal Hij dan niet zorgen voor Zijn kinderen?! Een christen mag weten: Hij heeft mij lief – niet om wie ik ben of wat ik doe, maar uit pure genade. Al heb ik het soms nog zo verknoeid; al moet ik soms belijden dat ik het niet waard ben om Zijn kind te zijn – Gods liefde wordt daardoor niet veranderd. Het is een eenzijdige, onveranderlijke liefde; een liefde die rotsvast ligt in Christus.
Snap je nu waarom je met veel vertrouwen in gebed bij God mag komen? Als een aardse vader al van harte bereid is zijn kind te helpen, zou de Heere dat niet veel meer doen?
Dit artikel is een ingekorte versie van (een deel van) het hoofdstuk ‘Brandstof voor een christen’ uit Hou(d)vast – Om vandaag je geloof te belijden; HGJB; uitg. Jes! Zoetermeer, 2015