Geen nieuws over homoseksualiteit

Even geen nieuws rond het thema homoseksualiteit. De ophef over de vermeende homoverklaringen van reformatorische scholen hebben we achter de rug. We bereiden ons voor op de commotie die zal ontstaan als er een wet komt die ‘homogenezing’ verbiedt. Maar op dit moment dus geen nieuws. Een goed moment om aandacht te besteden aan oud nieuws: veel homo’s hebben het in hun gemeente niet makkelijk!

 Ik haast me te zeggen dat er op dit terrein de afgelopen jaren veel verbeterd is. Soms is er wel degelijk positieve aandacht voor jongeren die ontdekken dat ze homo zijn. Als ik me beperk tot de reformatorische gezindte, denk ik bijvoorbeeld aan het PuntUit-filmpje van het Reformatorisch Dagblad, waarin een homoseksuele jongere op ontspannen manier zijn verhaal kon delen. Ik denk ook aan het gesprek dat ik, samen met een homoseksuele jongen, had met de kerkenraad van ‘zijn’ Gereformeerde Gemeente. Het was hartverwarmend om te merken hoe betrokken de ouderlingen reageerden en hoe ze vragen stelden. Ze wilden echt het verhaal van deze jongen horen.

Betrokken
Maar zo gaat het lang niet altijd. Dat bleek me onlangs toen ik bij twee bijbelstudiegroepen van Hart van Homo’s een bijbelstudie deed over de gemeente. Voorafgaand aan een bijbelstudie bespreken we altijd een introductievraag die met het onderwerp te maken heeft. Deze keer waren het er twee: 1. Wat is het belangrijkste dat jij als homo van de gemeente ontvangen hebt? 2. Wat is het belangrijkste dat jij als homo van de gemeente had willen ontvangen, maar niet ontvangen hebt?

Het gaat me nu vooral om de antwoorden die van de reformatorische jongeren kwamen, omdat zij bij Hart van Homo’s meestal in de meerderheid zijn. Daarbij is het van belang om te weten dat de meeste van hen zich ‘refo’ genoeg voelen om – voor zover dat nu mogelijk is – betrokken te zijn op hun eigen gemeente. Het probleem is dat ze dat andersom niet zo ervaren: de gemeente is nauwelijks betrokken op hen!

Kwetsbaar
Gelukkig waren er ook positieve antwoorden op de eerste vraag. Het belangrijkste dat ze van de gemeente ontvangen hadden, was: ‘dat ervoor gebeden wordt’; ‘dat individuele gemeenteleden me een kaartje stuurden toen het bekend werd’; ‘dat er een adres is waar je terecht kunt als je erover wilt praten’.

Daar staat tegenover dat er in veel gemeenten vanaf de kansel beslist niet voor anders geaarde (of: homoseksuele) jongeren gebeden wordt, ook niet als zij aangeven dat ze dat graag zouden willen. Wat deze jongeren vooral missen, is dat er ‘gewoon’ aandacht voor hen is en voor hun vragen. Een jongere zei: ‘Mijn kerkenraad weigert over het onderwerp na te denken. Ze vragen zich af of dat wel tot hun takenpakket behoort. Het lijkt of ze in een soort ontkenning leven.’

Veel jongeren durven in hun gemeente niet of nauwelijks te praten over hun anders zijn. ‘Je moet als homo wel heel sterk zijn om je in de gemeente kwetsbaar te durven opstellen’, zie iemand. Meer dan eens vergelijken ze zichzelf met kinderloze echtparen: daar wordt wél voor gebeden en over gesproken, maar wij staan er alleen voor.

Pastoraal
Met ‘praten over’ bedoelen deze jongeren overigens niet dat ze de mening van de kerkenraad over homoseksualiteit ter discussie willen stellen. Want vaak delen ze deze mening en anders hebben ze er veel begrip voor. Ze willen beslist ook niet gezien worden als pleitbezorgers van de ‘homobeweging’ ofzo. Een regenboogvlag of allerlei homo-activiteiten zijn aan hen niet besteed.

Waar ze naar verlangen, is eigenlijk niet eens zoveel. Het is dat ze niet noodgedwongen anoniem hoeven te blijven. Dat een predikant of ambtsdrager persoonlijke interesse toont en zich verdiept in de pastorale (en niet alleen de theologische) kanten van het onderwerp. Een jongere die het wat dat betreft niet eens zo slecht getroffen heeft, zei: ‘Fijne gesprekken gehad, maar er gaat veel energie in zitten om ervoor te zorgen dat de ouderlingen de juist informatie over het thema hebben. Je zorgt daarom soms meer voor de ambtsdragers dan zij voor jou.’

Stilzwijgend
Het volgende nieuwsfeit waarbij homoseksualiteit in negatieve zin in de publiciteit zal zijn, komt eraan – wat dat nieuwsfeit dan ook moge zijn. Homoseksuele jongeren uit reformatorische kringen vinden dat vaak vreselijk. Ze zullen aanhoren hoe bezorgd wij – terecht – zijn over de ontwikkelingen rond dit onderwerp in de maatschappij. En stilzwijgend vragen ze zich af: waarom praten jullie alleen op momenten als nú over homoseksualiteit? Waarom merk ik in de praktijk zo weinig dat jullie je zorgen maken over mij?

Herman van Wijngaarden, medewerker Hart van Homo’s
3 februari 2021