‘Er was geen ruimte om vragen te stellen’
‘Homoseksualiteit is meer dan een relatie hebben of seks. Het gaat om verlangens, gevoelens, behoeften die uitgaan naar iemand van hetzelfde geslacht. Homoseksualiteit afwijzen kan dus niet, want dan wijs je een persoon af. Dan had ik er niet mogen zijn.’
Dit schreef een 34-jarige reformatorische homo me naar aanleiding van de commotie over de vermeende homoverklaring van reformatorische scholen. Hij heeft geen relatie; wat dat betreft sluit hij dus nog steeds aan bij de reformatorische cultuur zoals zijn vroegere school die uitdroeg. Toch vindt hij dat die school medeschuldig is aan de pijn die hij met zich meedraagt.
‘Ik heb nooit ruimte ervaren
– in de kerk niet en op school niet –
om te praten over mijn gevoelens.’
Hij schrijft dat die pijn elke keer bovenkomt ‘zodra de media het er over hebben en het reformatorische volksdeel aanvallen’. ‘Ik werk in een reformatorische omgeving, waarin ik jaren geleden voorzichtig heb verteld dat ik homo ben. Misschien had ik dat beter niet kunnen doen, want elke keer dat het onderwerp in het nieuws is, voel ik me in de verdediging gedrongen. Gelukkig hebben m’n collega’s het er niet over als ik erbij ben. Zelf zal ik het ook niet aan de orde stellen, want ik weet dat ze me dan – wel of niet bedoeld – pijn gaan doen met hun uitspraken.’
Geen ruimte
Ik citeer hem verder: ‘Tegenover anderen zou ik in een gesprek hierover misschien m’n reformatorische achtergrond verdedigen, want dat hoort bij mij. En toch snap ik de ophef over het reformatorische onderwijs wel. Ik heb nooit ruimte ervaren – in de kerk niet en op school niet – om te praten over mijn gevoelens. Er was geen ruimte om een visie voor mezelf te ontwikkelen; om binnen de “eigen” groep vragen te stellen, vraagtekens te zetten en antwoorden te zoeken. Want er is maar één waarheid, en als je die niet gelooft, ben je geen echte christen. Het is een meetlat geworden.’
‘Je kunt pas een keuze maken
als je daar voor de volle honderd procent achter staat;
als je het er in je hart echt mee eens kunt zijn.’
‘Dat heeft tot gevolg dat ik voortdurend in de twijfel blijf zitten – en ik denk met mij veel anderen die niet of beperkt uit de kast zijn. We kunnen niet echt een keuze maken, omdat we aan de ene kant twijfelen aan de visie van de kerk, maar ons aan de andere kant ook niet kunnen vinden in de seculiere visie. Je kunt pas een keuze maken als je daar zelf voor de volle honderd procent achter staat; als je het er in je hart echt mee eens kunt zijn. Dat lukt niet in een klimaat waar er voor een homo maar twee opties zijn: de visie van de kerk delen en nooit vragen stellen, óf de kerk verlaten en geen christen meer zijn. Dat is het voortdurende spanningsveld dat ik voel. Met daarbij de angst om alles kwijt te raken.’
Geen toekomst
De briefschrijver vertelt dat er nog veel pijn zit vanuit zijn middelbare-schoolperiode. Ik proef zijn verzuchting: ‘Wat had ik graag gewild dat ik me veilig genoeg voelde om op de middelbare school uit de kast te komen. Maar ik durfde niet. Pas op m’n 25e ben ik erover gaan praten en dat was eigenlijk te laat. Er was toen al teveel schade ontstaan, waar ik misschien wel nooit meer van afkom.’
‘Niet mijn zusje had moeten overlijden, maar ik.
Dat was veel logischer geweest.’
‘Toen ik 17 jaar was, is mijn jongste zusje overleden. Wat me van die tijd altijd zal bij blijven, is dat ik toen oprecht dacht dat God een fout gemaakt had. Niet mijn zusje had moeten overlijden, maar ik. Dat was veel logischer geweest. Mijn zusje had een toekomst, ik niet. Ook een perspectief op eeuwig leven was er niet. Ik zal het vast niet goed begrepen hebben, maar ik geloofde dat homo’s niet in de hemel konden komen. Dat had ik ergens op school of in de kerk als de echte waarheid meegekregen. Hoezo veilig?’
Geen signalen
Als Hart van Homo’s willen we ook het geluid van deze homo laten horen. In de media hebben we de afgelopen dagen meermalen het reformatorisch onderwijs verdedigd. Daar staan we nog steeds achter, omdat er veel ten goede is veranderd. Maar dat laat onverlet dat er in het verleden veel verkeerd is gegaan en dat het ook nu nog lang niet is zoals het zou moeten zijn.
Gelukkig is het niet meer zo dat ouders een statement over homoseksualiteit moeten ondertekenen. Maar tot voor kort was dat wél zo. En dat heeft het klimaat op reformatorische scholen op z’n zachtst gezegd niet veiliger gemaakt. De geciteerde briefschrijver is daar een schrijnend voorbeeld van. Erkenning van gemaakte fouten, zou de pijn van homo’s als hij misschien iets kunnen helen.
‘Ook dertigers, veertigers, vijftigers en zestigers worstelen.
Soms nog veel meer dan jongeren. [-]
Mag die worsteling er alsjeblieft ook zijn?’
Is het nu beter? Ik denk het wel, maar de briefschrijver vraagt zich dat af. Hij constateert dat ‘kerk en school niet in staat zijn om aan de wereld te laten zien dat ze ondanks hun standpunt wel degelijk om hun eigen homo’s geven.’ ‘In ieder geval geven ze daar bar weinig signalen van’, schrijft hij. ‘En dan snap ik de houding van de Tweede Kamerleden wel een beetje.’
Dieper beleven
De dertiger vertelt dat mensen in zijn omgeving die weten van zijn homo-zijn, zeggen dat hij er verder maar niet over moet praten. Dat lijkt hen niet verstandig. Hij gaat ervan uit dat dat goed bedoeld is, maar toch voelt hij zich er niet gelukkig bij: ‘Je wordt als het ware geprest om er zó mee om te gaan als je omgeving het voorschrijft. Ik ervaar dus nog steeds weinig vrijheid en ruimte.’
Ten slotte nog één keer de briefschrijver: ‘Wat ik jammer vind, is dat het in artikelen en gesprekken vaak gaat over jongeren die worstelen. Maar ook dertigers, veertigers, vijftigers en zestigers worstelen. Soms nog veel meer dan jongeren, omdat ze de dingen dieper gaan beleven. Vooral als je niet van harte een keuze kunt maken over hoe je met je homoseksualiteit om mag gaan (omdat je geen antwoorden hebt), kan dat in je verdere leven erg zwaar worden. Mag die worsteling er alsjeblieft ook zijn?’
Zou de kerk en zouden de reformatorische scholen nog iets voor deze worsteling kunnen en willen doen? Wat?
Herman van Wijngaarden
13-11-2020